5.7/5.8

Welkom!
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen van vandaag
4. Uitleg
5. Check
6. (Zelfstandig) werken
7. Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Het ruggenmerg is een onderdeel van...
A
De hersenstam
B
De zenuwen
C
De kleine hersenen
D
Het centrale zenuwstelsel

Slide 3 - Quiz

Welke zenuwcellen geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 4 - Quiz

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
1. Ik kan uitleggen wat de volgende hormoonklieren doen: Hypofyse, schildklier en eilandjes van langerhans.
2. Je kunt uitleggen hoe de bloedsuikerspiegel stabiel blijft en daarbij de volgende termen gebruiken: Insuline, glycogeen, glucagon.

Slide 6 - Diapositive

5.7  hypofyse en schildklier
Hypofyse:
  • ligt tegen de onderzijde van de hersenen
  • produceert verschillende hormonen
  • produceert groeihormoon die de groei van de beenderen van het skelet regelt
  • produceert hormonen die de werking van andere hormonen beïnvloed

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hypofyse en schildklier
Schildklier:
  • ligt in de hals, voor het strottenhoofd tegen de luchtpijp aan
  • produceert het schildklierhormoon onder invloed van hormonen uit de hypofyse
  • het schildklierhormoon beïnvloedt de stofwisseling, de groei en ontwikkeling; het stimuleert de verbranding in de cellen




Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Hypofyse en schildklier
Als je teveel schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding sneller: je wordt rusteloos en vermagert.

Als je te weinig schildklierhormoon produceert, dan gaat je verbranding langzamer: je krijgt het sneller koud en bent sneller moe.

Slide 13 - Diapositive

5.8 Eilandjes van Langerhans en bijnieren
Eilandjes van Langerhans
  • liggen in de alvleesklier
  • groepjes cellen
  • produceren insuline en glucagon
  • houden glucosegehalte van het bloed constant

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
We hebben glucose nodig voor de verbranding in onze cellen. Deze glucose krijg je uit je voedsel en wordt in de dunne darm opgenomen in het bloed.

Door de hormonen insuline en glucagon blijft de hoeveelheid glucose in je bloed (bloedsuikerspiegel) constant: ongeveer 0,1%

Slide 16 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
Insuline en glucagon hebben een tegenovergestelde werking.
Als de bloedsuikerspiegel stijgt, wordt er insuline gemaakt. Dit zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen in de cellen en dat de bloedsuikerspiegel daalt.

Als de bloedsuikerspiegel daalt, dan wordt er glucagon gemaakt. Dit zorgt ervoor dat er glucose vrijkomt uit de cellen en dat de bloedsuikerspiegel stijgt.


Slide 17 - Diapositive

Glycogeen
Glucose wordt in de lever en de spiercellen als reserve opgeslagen als glycogeen.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Eilandjes van Langerhans
Diabetes (suikerziekte):
- te weinig of geen productie van insuline of
- cellen reageren niet meer op insuline

- hierdoor stijgt de bloedsuikerspiegel
- zelf insuline toedienen

Slide 20 - Diapositive

Bijnieren
Bijnieren
- liggen bovenop de nieren
- produceren adrenaline

Slide 21 - Diapositive

Bijnieren
Adrenaline:
- woedend/bang/schrikken
- werkt snel en kort
- zorgt voor de omzetting van glycogeen in glucose (in spieren en lever)
- glucosegehalte in het bloed stijgt
- snellere hartslag en ademhaling

Slide 22 - Diapositive

Check
Adrenaline =
Stofwisseling =
Insuline =
Glucagon = 
Glycogeen = 
Schildklierhormoon =

Slide 23 - Diapositive

Werktijd: Maken 5.7 en 5.8

Slide 24 - Diapositive