Triage armklachten

Triage ingangsklacht armklachten
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
TRIAGEMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Triage ingangsklacht armklachten

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan je de verschillende aandoeningen en klachten die kunnen optreden in de arm herkennen

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over armklachten?

Slide 3 - Carte mentale

Wat helpt bij het genezingsproces van spierpijn?
A
Koude kompressen
B
Intensieve training
C
Rust en warmte
D
Massage

Slide 4 - Quiz

Wat is myalgie?
A
Pijn aan een pees
B
Pijn aan een gewricht
C
Pijn aan een zenuw
D
Pijn aan een overbelaste of verrekte spier

Slide 5 - Quiz

Myalgie/ verrekte spier
Pijn aan een (overbelaste of verrekte) spier


Slide 6 - Diapositive

Wat is een abces?
A
Een gezwollen lymfeklier
B
Een ontstoken haarzakje
C
Een verstopte talgklier
D
Een met pus gevulde holte

Slide 7 - Quiz

Wat veroorzaakt een oppervlakkig gelegen abces?
A
Blauwe plekken en zwelling van de huid
B
Gevoelloosheid en kou van de huid
C
Roodheid, warmte en zwelling van de huid
D
Jeuk en schilfering van de huid

Slide 8 - Quiz

Abces
Abces
Met pus gevulde holte. Een oppervlakkig gelegen abces veroorzaakt roodheid, warmte en zwelling van de huid. Door weefselverval en de spanning die er op staat, is een abces erg pijnlijk.

Slide 9 - Diapositive

Welke reumatologische aandoeningen kunnen artritis veroorzaken?
A
Astma,
B
Jicht, psoriasis
C
migraine
D
diabetes

Slide 10 - Quiz

Welke vorm van artritis resulteert in snel onherstelbare schade in het gewricht?
A
Reumatoïde artritis
B
Septische artritis
C
osteoartritis
D
jicht

Slide 11 - Quiz

Wat zijn mogelijke oorzaken van gewrichtsontstekingen?
A
Hartziekte,
B
Infectie, reumatologische aandoeningen, reactieve artritis
C
voedingstekort
D
allergie,

Slide 12 - Quiz

Artritis
Gewrichtsontsteking

Slide 13 - Diapositive

Wat is de karakteristiek van de pijn bij slijtage in het gewricht?
A
Tijdelijk en mild van aard
B
Scherp en stekend van aard
C
Acuut en constant van intensiteit
D
Chronisch en sterk wisselend van ernst

Slide 14 - Quiz

Wat speelt vaak een rol bij het ervaren van de pijn bij slijtage in het gewricht?
A
Leeftijd
B
Ontsteking
C
(Over)belasting
D
Genetische aanleg

Slide 15 - Quiz

Artrose
Slijtage in het gewricht. De daarbij behorende pijn is chronisch van karakter, sterk wisselend van ernst, waarbij direct aan de pijn voorafgaande (over)belasting nogal eens een rol speelt.

Slide 16 - Diapositive

Welke symptomen kunnen optreden bij bursitis?
A
Koorts en hoesten
B
Jeuk en uitslag
C
Hoofdpijn en duizeligheid
D
Zwelling, roodheid en pijn

Slide 17 - Quiz

Wat veroorzaakt bursitis?
A
Auto-immuunreactie
B
Bacteriële infectie
C
Gebrek aan beweging
D
Aanhoudende wrijving tussen structuren

Slide 18 - Quiz

Wat is bursitis?
A
Ontsteking van een gewricht
B
Ontsteking van een slijmbeurs
C
Ontsteking van een spier
D
Ontsteking van een zenuw

Slide 19 - Quiz

Bursitis
Ontsteking van een slijmbeurs (bursa). Wordt veroorzaakt door aanhoudende wrijving tussen structuren (pees-bot, huid-bot). Geeft zwelling, roodheid en pijn.

Slide 20 - Diapositive

Wat is de oorzaak van het compartimentsyndroom?
A
Hoge druk in de kleinste voedende vaten
B
Verstopping van slagaders door trombose
C
Bloeding binnen het spierkapsel
D
Ontstekingsproces in het spierkapsel

Slide 21 - Quiz

Wat kan er gebeuren als het compartimentsyndroom te laat wordt herkend?
A
Verstopte slagaders
B
Amputatie
C
Ontstekingsproces
D
Bloeding binnen spierkapsel

Slide 22 - Quiz

Doorbloedingsstoornissen
De circulatie van (delen) van de extremiteit kan worden bedreigd, doordat slagaders verstopt raken door trombose

Slide 23 - Diapositive

Wat kan helpen bij het verminderen van pijn bij epicondylitis?
A
Warmtebehandeling
B
Rust, ijsbehandeling en fysiotherapie
C
Pijnstillers
D
Intensieve krachttraining

Slide 24 - Quiz

Welke spieren zijn vaak aangedaan bij epicondylitis?
A
Spieren die de pols en hand buigen
B
Spieren die de pols en hand strekken
C
Beenspieren
D
Schouderspieren

Slide 25 - Quiz

Wat is een veelvoorkomende oorzaak van epicondylitis?
A
Te veel rusten
B
Overbelasting van de peesaanhechting
C
Genetische aanleg
D
Gebrek aan beweging

Slide 26 - Quiz

Epicondylitis – tenniselleboog
De aanhechting van de pees aan het bot kan geïrriteerd raken en zoveel pijn doen dat het aanspannen van de betreffende spieren nauwelijks mogelijk is.

Slide 27 - Diapositive

Hoe wordt lymfangitis zichtbaar in de huid?
A
Als een rode streeptekening.
B
Als een blauwe plek.
C
Als een gezwollen bult.
D
Als een witte uitslag.

Slide 28 - Quiz

Wat is lymfangitis?
A
Een ontsteking van de subcutane lymfevaten.
B
Een bacteriële huidinfectie.
C
Een infectie van de bloedbaan.
D
Een ontsteking van de huid.

Slide 29 - Quiz

Lymfangitis
Lymfangitis is een ontsteking van de subcutane lymfevaten door verspreiding van micro-organismen vanuit een distale huidlaesie of huidinfectie.

Slide 30 - Diapositive

Wat is de FAST-test bedoeld voor?
A
Het herkennen van symptomen bij een CVA
B
Het behandelen van een CVA
C
Het diagnosticeren van een CVA
D
Het voorkomen van een CVA

Slide 31 - Quiz

Wat is de belangrijkste exclusiecriterium voor trombolyse of trombectomie bij een CVA?
A
De tijdsduur
B
De locatie van het stolsel
C
De oorzaak van het stolsel
D
De grootte van het stolsel

Slide 32 - Quiz

Wat is het doel van trombolyse?
A
Een afgesloten vat weer doorgankelijk maken
B
Het verminderen van pijn
C
Het versnellen van de bloedstroom
D
Het voorkomen van bloedstolsels

Slide 33 - Quiz

Wanneer heeft het gebruik van trombolyse zin?
A
Nadat het weefsel is afgestorven
B
Alleen bij jonge mensen
C
Zolang het weefsel niet is afgestorven
D
Altijd

Slide 34 - Quiz

Hoe kan een afgesloten vat weer doorgankelijk worden gemaakt?
A
Door te masseren
B
Door een operatie
C
Door rust te nemen
D
Door middel van medicijnen

Slide 35 - Quiz

Trombolyse
Door middel van medicijnen is het soms mogelijk een vat dat niet zo lang door een stolsel is afgesloten weer doorgankelijk te maken. Dat heeft alleen zin zolang het weefsel dat door het afgesloten vat van bloed werd voorzien, niet is afgestorven

Slide 36 - Diapositive

Wat zijn de symptomen van een ontsteking?
A
Jeuk, blauwe plekken, vermoeidheid en hoesten
B
Pijn, roodheid, zwelling en functie-uitval
C
Buikpijn, diarree, braken en huiduitslag
D
Koorts, duizeligheid, misselijkheid en hoofdpijn

Slide 37 - Quiz

Ontsteking
Een ontsteking leidt tot pijn, roodheid, zwelling en soms tot functie-uitval van het ontstoken orgaan(deel).

Slide 38 - Diapositive

Wat kan er gebeuren als panaritium onbehandeld blijft?
A
De ontsteking verdwijnt vanzelf
B
De ontsteking geneest volledig zonder complicaties
C
De ontsteking verspreidt zich naar de andere vingers
D
De ontsteking kan zich uitbreiden naar de hand en grote schade veroorzaken

Slide 39 - Quiz

Wat is panaritium?
A
Een acute ontsteking aan de buigzijde van een vinger
B
Een chronische ontsteking aan de buigzijde van een vinger
C
Een ontsteking aan de buitenzijde van een vinger
D
Een ontsteking aan de buigzijde van een teen

Slide 40 - Quiz

Panaritium
Panaritium
Acute voortschrijdende etterige ontsteking aan de buigzijde van een vinger die kan ontstaan na een soms onbetekenende (prik)verwonding. Zonder behandeling kan de ontsteking zich uitbreiden naar de hand en grote schade veroorzaken (fijt).

Slide 41 - Diapositive

Paronychium
Ontsteking van de nagelriem die ernstig kloppende pijn geeft.

Slide 42 - Diapositive

Wat zijn vegetatieve verschijnselen bij een mogelijk hartinfarct?
A
Duizeligheid en hoofdpijn
B
Verhoogde eetlust en dorst
C
Slaperigheid en vermoeidheid
D
Misselijkheid en zweten

Slide 43 - Quiz

Wat zijn de symptomen van armklachten bij een mogelijk hartinfarct?
A
Kramp in de linkerarm
B
Pijn of een zwaar gevoel in de linkerarm
C
Pijn of een zwaar gevoel in de rechterarm
D
Gevoelloosheid in beide armen

Slide 44 - Quiz

Vegetatieve verschijnselen
In korte tijd ontstane pijnklachten in een arm kunnen, in combinatie met vegetatieve verschijnselen, een symptoom zijn van een atypisch verlopend myocardinfarct.

Slide 45 - Diapositive

Welke aandoening kan tijdelijke uitvalsverschijnselen veroorzaken?
A
mutipele sclerose
B
diabetes,
C
astma,
D
artritis

Slide 46 - Quiz

Wat is een symptoom van het carpaletunnelsyndroom?
A
prikkelingen
B
duizeligheid
C
spierzwakte
D
wazig zien

Slide 47 - Quiz

Wat zijn mogelijke klachten van een hernia?
A
koorts
B
pijn
C
hoofdpijn
D
hoesten

Slide 48 - Quiz

Wat kan optreden bij het afklemmen van zenuwen?
A
uitval van spieren,
B
duizeligheid
C
misselijkheid,
D
vermoeidheid

Slide 49 - Quiz

Zenuwaandoeningen
Aandoeningen waarbij zenuwen worden afgeklemd.

Slide 50 - Diapositive