§1.5 Rekenen aan mengsels

start vraag
We vergelijken geel met rood.

A:  Welke van de 2 kleuren lost het beste op in de mobiele fase?

B:  Welke van van de 2 kleuren wordt het beste geadsorbeerd door de stationaire fase?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

start vraag
We vergelijken geel met rood.

A:  Welke van de 2 kleuren lost het beste op in de mobiele fase?

B:  Welke van van de 2 kleuren wordt het beste geadsorbeerd door de stationaire fase?

Slide 1 - Diapositive

vandaag §1.5
rekenen

massa percentage
volume percentage
concentratie
oplosbaarheid

Slide 2 - Diapositive

§1.1 dichtheid

dichtheid
water   1000 kg/m3
ijs            917 kg/m3

Bereken het volume dat het ijsblok minimaal moet hebben om met de ijsbeer erop niet te zinken.
ijsbeer = 630 kg

Slide 3 - Diapositive

omrekenen



massa                                                                                                        volume

mg   g    kg
ml   L
dm  m3
Is dit lastig? 
Dan oefenblad magister

Slide 4 - Diapositive

percentage
 =  deel / geheel x 100 %

massa  (g, kg, mg, ton)   
volume  (= inhoud)  mL, L,  m   

Slide 5 - Diapositive

voorbeeld
Roestvrij staal  is een legering
           Een blok heeft een massa van 630 kg
    Er zit (naast ijzer) 133 kg chroom in en 570 g nikkel in dit blok.

a:   Wat is het massa percentage chroom  in dit staal?
b:   En van nikkel (let op!)?
massa % = 
deel /geheel x 100%
Let op!
laat steeds je berekeningen helemaal zien.

Slide 6 - Diapositive

voorbeeld
Roestvrij staal  is een legering
           Een blok heeft een massa van 630 kg
    Er zit (naast ijzer) 133 kg chroom in en 570 g nikkel in dit blok.
133/630 x 100 = 21%
a:   Wat is het massa percentage chroom  in dit staal?
b:   En van nikkel (let op!)?
570 g = 0,570 kg       0,570/630 x 100 = 0,09%
massa % = 
deel /geheel x 100%
Let op!
laat steeds je berekeningen helemaal zien.

Slide 7 - Diapositive

In een flesje parfum van 250 ml bevat 16 volume % alcohol

          Hoeveel ml alcohol zit er in dit flesje?   


volume % = deel /geheel x 100%

Slide 8 - Diapositive

In een flesje parfum van 250 ml bevat 16 volume % alcohol
 Hoeveel ml alcohol zit er in dit flesje?   (we willen weten wat het deel alcohol is in het geheel van 250 ml)
16 = d/250 x 100
16 : 100 = d /250
0,16 = d /250
0,16 . 250 = d         d = 40 ml

volume % = deel /geheel x 100%

Slide 9 - Diapositive

promillage, 1 promille
deel/geheel x 1000   o/oo
massa of volume   1/1000 ste


 2 ml alcohol in 0,5 liter bloed.
= 2ml in 500 ml

promillage = 2 /500 x 1000 =  4 o/oo

Slide 10 - Diapositive

concentratie
geconcentreerd
verdund

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

zout
verdund, lage concentratie
geconcentreerd, hoge concentratie

Slide 13 - Diapositive

verzadigde oplossing                   
Er kan geen vaste stof meer bij opgelost worden

Slide 14 - Diapositive

Oplosbaarheid is een stofeigenschap
Nooit uit je hoofd leren!

Slide 15 - Diapositive

g per 100 ml
Ik doe 50 g aluminiumchloride in 100 ml water van 20oC. Hoeveel g lost er niet op?
Ik heb een verzadigde oplossing van 30oC. Ik laat die afkoelen tot 10 oC. Hoeveel g kan ik af filtreren?

Slide 16 - Diapositive

De temperatuur van het oplosmiddel beïnvloedt de oplosbaarheid
hoge temperatuur:   vaste stoffen lossen beter op
gassen lossen slechter op
lage temperatuur:  vaste stoffen lossen slechter op
gassen lossen beter op

Slide 17 - Diapositive

Aan het werk met

§1.5 doorlezen en opgaven maken en nakijken.

Slide 18 - Diapositive