Grammatica zinsontleding herhalingsles 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Hoe was je vakantie?

😒🙁😐🙂😃

Na deze les kun je onderstaande zinsdelen benoemen:

- Persoonsvorm

- Werkwoordelijk gezegde

- Onderwerp

- Lijdend voorwerp

- Meewerkend voorwerp

- Bijwoordelijke bepaling

Wat heb je nodig?

Pak je schrift. 

Hierin kun je de zin ontleden om zo het goede antwoord te geven.

Het gaat namelijk niet om wie het snelst reageert. Het gaat erom dat je invult wat je weet/kunt. Zo kan ik zien wie met welk onderdeel nog hulp nodig heeft.

Voor de vakantie zijn we bezig geweest met de pv. Benoem de pv:
Iris heeft geen vlees gekocht.

1. Iris
2. heeft
3. geen vlees
4. gekocht

Zinsdelen

werkwoordelijk gezegde = pv  + alle werkwoorden in de zin

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden in de zin?

Het onderwerp

Het onderwerp is altijd een persoon, een dier of een zaak. Het is datgene waar het in de zin om gaat.

Je vindt het onderwerp door te vragen: 

Wie/wat + pv/wwg?

Voorbeeld: Ik loop naar school.

De persoonsvorm is "loop". 

Wie loopt? Ik. "Ik" is dus het onderwerp. 

Wat is het onderwerp in de volgende zin?
Jan en Henk fietsen naar huis.

1. Jan
2. Henk
3. Jan en Henk
4. huis

Wat is het onderwerp in deze zin? ->
Gisteren vertelde de burgemeester dat hij ermee stopt.

Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin.

Gisteren heeft hij een spelletje gespeeld.

1. Gisteren
2. een spelletje
3. heeft
4. hij

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?

Lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp vind je door de vraag te stellen: Wie/wat + persoonsvorm/werkw.gez + onderwerp?

Voorbeeld

Mark gaf mij gisteren een cadeautje. 

- Persoonsvorm: Gaf Mark mij gisteren een cadeautje?

- Onderwerp:  Wie gaf? Mark

- Lijdend voorwerp: Wat +gaf+ Mark? een cadeautje

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Marjan heeft vandaag appels gekocht.

1. vandaag
2. appels
3. Marjan
4. heeft gekocht

Wat is het onderwerp in deze zin?
Morgen krijg ik een nieuwe fiets.

1. Morgen
2. krijg
3. ik
4. een nieuwe fiets

Meewerkend voorwerp

Het meewerkend voorwerp herken je doordat er "aan" voor staat of ervoor gezet kan worden.

Je vindt het door te vragen: 

Aan wie/wat +pv/wg + ow + lv 

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak. Neem je tijd ..

onderwerp

lijdend vvw

ww gezegde

meewerkend vw

Zin:

Marjan

had

een mooi gedicht

voor haar opa 

geschreven. 

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.

onderwerp

lijdend vvw

ww gezegde

meewerkend vw

Zin:

bijwoordelijke bepaling

Gisteren

bracht

ze

een goed boek

voor mij

mee.

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.

onderwerp

lijdend vw

ww gezegde

meewerkend vw

Zin:

De ober 

heeft 

de jas

aan de klant 

gegeven. 

Schrijf een zin met een bijwoordelijke bepaling. Zet de bijwoordelijke bepaling tussen haakjes.

Wat vind je van zinsontleding?
0 = moeilijk, 10 = makkelijk

010

Welke uitleg denk je dat je nog nodig hebt? Denk je dat je geen extra uitleg nodig hebt? Vul dan 'X' in.

Nu ..

Zelfstandig aan de slag. Klaar? Stillezen.

Hoe: in stilte. Wat: Ga naar jufmelis.nl/zinsontleding en maak de gratis opdrachten, begin bij de pv en stop bij lijdend voorwerp.

OF

Klassikaal zinsontleding oefenen.

We gaan uitgebreid in op de zin verdelen in zinsdelen. 

Huiswerk voor woensdag

Ik deel zometeen via LessonUp een les met jullie. Hierin staan tien kleine opdrachten die jullie voor woensdag 12 januari af moeten hebben.