3H overhoring functiewoorden & tekststructuren

Overhoring theorie Lezen blok 3 Op Niveau 3H
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Overhoring theorie Lezen blok 3 Op Niveau 3H

Slide 1 - Diapositive

De schrijver geeft een aantal meningen, voorbeelden, argumenten, verklaringen of verschijnselen.
A
oorzaak
B
constatering
C
opsomming
D
verklaring

Slide 2 - Quiz

De schrijver stelt iets vast, merkt iets op.
A
constatering
B
opsomming
C
theorie
D
oorzaak

Slide 3 - Quiz

De schrijver probeert met feiten de juistheid van een theorie of stelling aan te tonen.
A
gevolgen
B
oorzaak
C
verklaring
D
bewijs

Slide 4 - Quiz

De schrijver legt uit hoe een bepaald verschijnsel is ontstaan.
A
toelichting
B
verklaring
C
constatering
D
probleemstelling

Slide 5 - Quiz

In de alinea wordt beschreven waardoor iets is ontstaan.
A
gevolg
B
verklaring
C
bewijs
D
oorzaak

Slide 6 - Quiz

De schrijver geeft met de probleemstelling aan over welk probleem zijn tekst gaat.
A
probleemstelling
B
toelichting
C
verklaring
D
constatering

Slide 7 - Quiz

De schrijver geeft een algemene beschrijving waarmee hij een bepaald feit of verschijnsel verklaart of voorspelt.
A
bewijs
B
theorie
C
verklaring
D
toelichting

Slide 8 - Quiz

Een algemene stelling of theorie wordt nader uitgelegd of toegelicht. De schrijver geeft onder andere meer voorbeelden of meer gevolgen.
A
gevolgen
B
opsomming
C
verklaring
D
toelichting

Slide 9 - Quiz

Welke omschrijving hoort bij 'tekstopbouw'?
A
driedeling
B
tekststructuur
C
indeling in inleiding, kern en slot
D
tweedeling

Slide 10 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met afweging of aanbeveling?
A
verschijnsel-en-besprekingstructuur
B
Probleem-en-oplossingsstructuur
C
verschijnsel-en-verklaringstructuur

Slide 11 - Quiz

Welke tekststructuur noemt in het middenstuk redenen, oorzaken, gevolgen en verklaringen voor het probleem.
A
probleem-en-oplossingstructuur
B
verschijnsel-en-besprekingstructuur
C
verschijnsel-en-verklaringstructuur

Slide 12 - Quiz

Welke tekststructuur beschrijft in het middenstuk oorzaken, gevolgen en oplossingen voor het probleem?
A
probleem-en-oplossingstructuur
B
verschijnsel-en-besprekingstructuur
C
verschijnsel-en-verklaringstructuur

Slide 13 - Quiz

Welke tekststructuur past hierbij?Contactverbod als maatregel om het Coronavirus de baas te worden.
A
probleem-en-oplossingstructuur
B
verschijnsel- en-verklaringsstructuur
C
verschijnsel-en-besprekingstructuur

Slide 14 - Quiz