Spreken in de bus, tram en trein 3

Meneer, hoe laat vertrekt de
A
trein naar Leiden en van welk spoor?
B
bij het Oosterpark?
1 / 26
suivant
Slide 1: Quiz
Nederlands NT2Middelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Meneer, hoe laat vertrekt de
A
trein naar Leiden en van welk spoor?
B
bij het Oosterpark?

Slide 1 - Quiz

Kunt u even waarschuwen.....
A
bij het Zuiderpark?
B
trein naar Leiden en van welk spoor?

Slide 2 - Quiz

welk woord past bij de foto?
de buschauffeur
de conducteur
de trambestuurder
de vrachtwagenchauffeur
de taxichauffeur
de machinist

Slide 3 - Question de remorquage

Ik wacht op de bus bij de ........ .

Slide 4 - Question ouverte

Ik wacht nu op de ............ .

Slide 5 - Question ouverte

Ik ben in het st.t..n.
Ik sta op het p.rr.n.

Slide 6 - Question ouverte

Wat hoort bij het openbaar vervoer?
A
de trein van de NS
B
de supermarktvrachtwagen
C
de brandweerwagen
D
de elektrische fiets

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

De vrouw koopt een .........
A
een buskaartje
B
een treinkaartje

Slide 9 - Quiz

De vrouw moet in Leiden overstappen.
Dat betekent.......
A
Zij stapt uit de trein en gaat koffiedrinken.
B
Zij stapt uit de trein en stapt in een andere trein.

Slide 10 - Quiz

De vrouw gebruikt haar OV-chipkaart.
ja
nee

Slide 11 - Sondage

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Op de foto zie ik een kaartautomaat.
Wat koop ik daar?
A
een kaartje voor de taxi.
B
een kaartje voor de trein.
C
een kaartje voor de bioscoop.

Slide 14 - Quiz

Wat is een enkele reis?
A
heen
B
heen en weer terug

Slide 15 - Quiz

Wat is een retour?
A
heen
B
heen en weer terug

Slide 16 - Quiz

Schrijf deze zin goed:
ik Kan u ? helpen

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf deze zin goed:
?naar Rotterdam ik een retourtje Mag

Slide 18 - Question ouverte

Op welk spoor stopt de trein
naar Simpelveld?

Slide 19 - Question ouverte

Van spoor trein vertrekt welk de ?

Slide 20 - Question ouverte

Welke kaart kan ik hier
voor de trein gebruiken?
A
mijn pinpas
B
mijn schoolpas
C
mijn bibliotheekkaart
D
mijn ov chipcard

Slide 21 - Quiz

ov chipcard
trein-kaartje
logo Nederlandse Spoorwegen
ik moet bij spoor 4 instappen
Is deze stoel vrij?

Slide 22 - Question de remorquage

Dit is .............

Slide 23 - Question ouverte

Wat is zwartrijden?
A
Je reist met zwarte kleren aan.
B
Je reist alleen.
C
Je reist in een zwarte bus.
D
Je reist zonder te betalen of in te checken met je OV- kaart.

Slide 24 - Quiz

Wat betekent: de trein heeft vertraging?
A
De trein is op tijd.
B
De trein is te vroeg.
C
De trein is te laat.
D
De trein komt niet.

Slide 25 - Quiz

De les is ..........
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage