H5 WA Hfst 10 paragraaf 3

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Planning van de les
  • Terugblik naar de leerdoelen van de vorige les
  • Uitleg leerdoelen deze les
  • Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen van de vorige les
- Ik kan rekenen met de vuistregels van de normaal verdeling

Slide 3 - Diapositive

Ik kan rekenen met de vuistregels van de normaal verdeling.
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Sondage

De lampen van lantaarnpalen bij een snelweg hebben een levensduur van gemiddeld 4800 uur en een standaardafwijking van 250 uur.
Neem aan dat de variabele levensduur van de lampen normaal verdeeld is.
Alle lampen worden vervangen als 2,5% van de lampen defect is, na hoeveel uren is dat het geval?

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoelen van deze les
  • Ik kan aangeven of een steekproef representatief is.
  • Ik kan het verschil tussen een steekproefproportie en populatieproportie benoemen.
  • Ik kan de steekproefproportie of populatieproportie uitrekenen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wie woont er in Uden?
A
Ik!
B
Gelukkig niet zeg!

Slide 8 - Quiz

Onderzoek naar woonplaats van leerlingen UC
Is deze steekproef representatief?
Is deze steekproef aselect?
Wat is de steekproefomvang?
Is deze steekproef voldoende groot?

Is dit dus een goede steekproef?

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel % van de leerlingen uit de klas woont in Uden?

Slide 10 - Question ouverte

Proportie





Proportie is dus gedeelte : totaal aantal
(eigenlijk dus de factor van het percentage)

Slide 11 - Diapositive


Slide 12 - Question ouverte


Slide 13 - Question ouverte

Hoe kun je nu met een steekproefproportie toch iets zeggen over de populatieproportie?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

huiswerk voor de volgende les:
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
  • Ik kan aangeven of een steekproef representatief is.
  • Ik kan het verschil tussen een steekproefproportie en populatieproportie benoemen.
  • Ik kan de steekproefproportie of populatieproportie uitrekenen

Tip: Maak hiervoor minimaal de opgave 12, 13, 17 en 18 van paragraaf 3 
(kijk je hw ook na!)

Slide 16 - Diapositive