Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Planning van de les
Terugblik naar de leerdoelen van de vorige les
Uitleg leerdoelen deze les
Werken aan je huiswerk en eventuele vragen stellen
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen van de vorige les
- Ik kan rekenen met de vuistregels van de normaal verdeling
Slide 3 - Diapositive
Ik kan rekenen met de vuistregels van de normaal verdeling.
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Sondage
De lampen van lantaarnpalen bij een snelweg hebben een levensduur van gemiddeld 4800 uur en een standaardafwijking van 250 uur. Neem aan dat de variabele levensduur van de lampen normaal verdeeld is. Alle lampen worden vervangen als 2,5% van de lampen defect is, na hoeveel uren is dat het geval?
Slide 5 - Question ouverte
Leerdoelen van deze les
Ik kan aangeven of een steekproef representatief is.
Ik kan het verschil tussen een steekproefproportie en populatieproportie benoemen.
Ik kan de steekproefproportie of populatieproportie uitrekenen
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wie woont er in Uden?
A
Ik!
B
Gelukkig niet zeg!
Slide 8 - Quiz
Onderzoek naar woonplaats van leerlingen UC
Is deze steekproef representatief?
Is deze steekproef aselect?
Wat is de steekproefomvang?
Is deze steekproef voldoende groot?
Is dit dus een goede steekproef?
Slide 9 - Diapositive
Hoeveel % van de leerlingen uit de klas woont in Uden?
Slide 10 - Question ouverte
Proportie
Proportie is dus gedeelte : totaal aantal
(eigenlijk dus de factor van het percentage)
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Question ouverte
Hoe kun je nu met een steekproefproportie toch iets zeggen over de populatieproportie?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
huiswerk voor de volgende les:
Zorg dat je de volgende leerdoelen beheerst:
Ik kan aangeven of een steekproef representatief is.
Ik kan het verschil tussen een steekproefproportie en populatieproportie benoemen.
Ik kan de steekproefproportie of populatieproportie uitrekenen
Tip: Maak hiervoor minimaal de opgave 12, 13, 17 en 18 van paragraaf 3