Blok 3 Fictie

Blok 3 Fictie 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Blok 3 Fictie 

Slide 1 - Diapositive

Wat is het doel van deze les? 
Je kunt hierna:  
  • enkele verhaalsoorten noemen;  
  • aangeven welke woorden in een gedicht  rijmen.

Slide 2 - Diapositive

Titel van
 het boek 
Schrijver/auteur 
van het boek 
Uitgever van
het boek 

Slide 3 - Diapositive

Lezen: De gehangene
blz. 108.

Maken: opdracht 1 

De vragen staan hierna in lessonup. 


Slide 4 - Diapositive

1. In dit verhaal komen verschillende personen voor. Wie is er volgens jou de belangrijkste persoon?






Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




5







Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen






















Welke twee personen komen er dit verhaal voor?






















Open vraag
























verhaal voor?

Slide 5 - Question ouverte

2. Waarom denk je dat hij of zij de belangrijkste persoon is?

Slide 6 - Question ouverte

3. Je vindt in het verhaal meerdere aanwijzingen dat de gebeurtenissen zich afspelen in een andere tijd, dat wil zeggen het verleden. Noem er één.

Slide 7 - Question ouverte

4a. Hoe is de man in wie gesneden wordt, om het leven gekomen?
4b. Waarom is hij op die manier gestorven? Leg uit hoe je dat weet.

Slide 8 - Question ouverte

5. Waarom ontbreken de handen van de dode?

Slide 9 - Question ouverte

6a. Wat wil de hoofdpersoon in dit verhaal bewijzen?
6b. Hoe loopt het af met de hoofdpersoon?

Slide 10 - Question ouverte

7. Welke kunstenaar uit dit verhaal is later heel beroemd geworden?

Slide 11 - Question ouverte

7b. Kun je bedenken waarom deze kunstenaar bij de snijles van dokter Tulp aanwezig is?

Slide 12 - Question ouverte

8a. Zeg met andere woorden: 'Hij drukte zich tegen de wand en liet de stroom voorbijgaan"(regel 113-114)

Slide 13 - Question ouverte

8b. Zeg met andere woorden: 'Zijn voeten roffelden op de houten treden..'(regel 134-135)

Slide 14 - Question ouverte

9. Houd jij van verhalen die zich afspelen in andere tijden?

Slide 15 - Question ouverte

10. Hoe zou het verhaal verder kunnen gaan?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

dieren
griezelen
oorlog en verzet
humor
historisch

Slide 18 - Question de remorquage

school
sprookjes
sport
spanning en avontuur
romantisch

Slide 19 - Question de remorquage

Van welk verhaalsoort houd jij het meest?

Slide 20 - Question ouverte

Noem een titel van een jeugdboek dat past bij het verhaalsoort die je net noemde. Kun je er niet opkomen, gebruik dan het internet.

Slide 21 - Question ouverte

Hockeyteam de sterren gaan voor goud 
Gladiator

Oorlogsgeheimen
Haas
Ik had je zo lief
Gekaapt!

Slide 22 - Question de remorquage

In je schrift: 
  • maak opdracht 4 op blz 115.
  • Nakijken opdr. 4.
Wat ga je nu doen? 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Schrijf 3 groepjes van 2 woorden die op elkaar rijmen.

Slide 25 - Question ouverte

Bedenk bij elk woord een ander woord wat erop rijmt.
1. papier - .... 4. moskee - .....
2. boek - .... 5. kleur - .....
3. speld - .....


Slide 26 - Question ouverte

Lezen: gedicht broertje.

blz. 116 van je boek. 

Slide 27 - Diapositive

Wat ga je nu doen? 
In je schrift:
Maken: opdracht 5, 6,7 en 8. 

Slide 28 - Diapositive