Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Thema 5_Regeling_BVJ_Basisstof 8_VMBO
Welk onderdeel hoort NIET tot het Centrale Zenuwstelsel?
A
Zenuwen
B
Ruggenmerg
C
Grote Hersenen
D
Kleine Hersenen
1 / 34
suivant
Slide 1:
Quiz
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Welk onderdeel hoort NIET tot het Centrale Zenuwstelsel?
A
Zenuwen
B
Ruggenmerg
C
Grote Hersenen
D
Kleine Hersenen
Slide 1 - Quiz
Je ziet hiernaast een zenuwcel. Hoe heet onderdeel 7?
A
Korte uitloper
B
Lange uitloper
C
Cellichaam
D
Celkern
Slide 2 - Quiz
Welke zenuwcel heeft zijn cellichaam BUITEN het centraal zenuwstelsel?
A
Gevoelszenuwcel
B
Bewegingszenuwcel
C
Schakelcel
Slide 3 - Quiz
Welk nummer is de zenuwknoop?
A
Nummer 3
B
Nummer 4
C
Nummer 5
D
Nummer 6
Slide 4 - Quiz
Welk nummer is de gemengde zenuw?
A
Nummer 3
B
Nummer 4
C
Nummer 5
D
Nummer 6
Slide 5 - Quiz
Met dit deel van de grote hersenen
ruik je appeltaart.
A
Gevoelscentra
B
Bewegingscentra
Slide 6 - Quiz
Wie regelt dit?
Zorgen dat je je evenwicht niet verliest
A
Grote Hersenen
B
Kleine Hersenen
C
Hersenstam
Slide 7 - Quiz
Wie regelt dit?
Lichaamstemperatuur en Ademhaling
A
Grote Hersenen
B
Kleine Hersenen
C
Hersenstam
Slide 8 - Quiz
Wat ligt in de grijze stof in de hersenen?
A
Cellichamen
B
Uitlopers
Slide 9 - Quiz
Bewuste reactie of een Reflex?
Je doet je voet snel omhoog, omdat je op een spijker bent gaan staan.
A
Bewuste reactie
B
Reflex
Slide 10 - Quiz
Hoe verloopt een reflexboog?
A
Het begint bij een zintuig Het eindigt bij een spier
B
Het begint soms bij een zintuig en soms bij een spier
C
Het begint bij een spier Het eindigt bij een zintuig
D
Het eindigt altijd bij een zintuig
Slide 11 - Quiz
Via welke zenuwen loopt reflexboog? Zet t in goede volgorde!
S = Schakelcel
G = Gevoelszenuwcel
B = Bewegingszenuwcel
A
S - G - B
B
B - S - G
C
G - S - B
D
G - B - S
Slide 12 - Quiz
Via welk onderdeel van het CZS loopt de pupilreflex?
A
Grote Hersenen
B
Kleine Hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg
Slide 13 - Quiz
Welke reflexen gaan altijd via de Hersenstam?
A
Reflexen van je romp
B
Reflexen van je ledematen
C
Reflexen van je hoofd en hals
D
Alle reflexen gaan via de hersenstam
Slide 14 - Quiz
Welk nummer geeft de hypofyse aan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 15 - Quiz
Welk nummer geeft de alvleesklier aan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4
Slide 16 - Quiz
Goed of Fout?
Een hormoonklier geeft hormonen
af aan het bloed
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quiz
Goed of Fout?
De Schildklier maakt groeihormoon.
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quiz
Goed of Fout?
De Hypofyse stuurt andere hormoonklieren aan.
A
Goed
B
Fout
Slide 19 - Quiz
Welke hormoonklier heeft de stof Jood nodig om zijn hormoon te maken?
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Bijnier
D
Alvleesklier
Slide 20 - Quiz
Welke hormoonklier heeft iets te maken met het regelen van je bloedsuikerspiegel?
A
Hypofyse
B
Schildklier
C
Bijnier
D
Alvleesklier
Slide 21 - Quiz
De laatste vraag:
Welke hormoonklier zorgt voor een versnelling van je hartslag?
A
Bijnier
B
Alvleesklier
C
Eierstokken
D
Teelballen
Slide 22 - Quiz
Uitleg 8A - Werking Alvleesklier
Je kunt aangeven hoe insuline en glucagon samenwerken bij het regelen van je bloedsuikerspiegel.
Je kunt aangeven wat glucose en glycogeen is.
Je weet wat diabetes is en wat een hypo en hyper is.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Welk hormoon haalt glucose
uit het bloed?
A
Glycogeen
B
Glucagon
C
Insuline
Slide 28 - Quiz
Welke stof wordt opgeslagen in de lever en in de spieren?
A
Glycogeen
B
Glucagon
C
Insuline
Slide 29 - Quiz
Goed of Fout?
De eilandjes van Langerhans maken insuline en glucagon.
A
Goed
B
Fout
Slide 30 - Quiz
Goed of Fout?
Bij iemand met Diabetes wordt er geen insuline gemaakt.
A
Goed
B
Fout
Slide 31 - Quiz
Goed of Fout?
Bij een HYPER is er
te weinig glucose in het bloed
A
Goed
B
Fout
Slide 32 - Quiz
Je eet vier broodjes.
Je bloedsuikerspiegel gaat omhoog. Welk hormoon wordt dan gemaakt?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Er wordt geen hormoon gemaakt.
Slide 33 - Quiz
Laatste vraag: Je eet vier uur niks.
Je bloedsuikerspiegel gaat omlaag. Welk hormoon wordt dan gemaakt?
A
Insuline
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Er wordt geen hormoon gemaakt.
Slide 34 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
13.4 Regeling glucoseconcentratie kl/ll
Janvier 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
12.4 Regeling glucoseconcentratie
Juin 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
13.4 dl2 + 13.5 In evenwicht
Mai 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
10.6 - Het hormoonstelsel
Octobre 2024
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3,4
Hormoonklier: de pancreas
Mai 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Biologie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Herhalen regeling
Novembre 2023
- Leçon avec
42 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
14.5 Hormonen
Juin 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Bi T3 Th5 Bs6/7 Hormonen, hypofyse, schildklier
Octobre 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3