Les 2 Het weer

Les 2 Het weer
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundePrimary EducationAge 11

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Les 2 Het weer

Slide 1 - Diapositive

Het weer
Het weer bestaat uit 3 elementen, die altijd gemeld worden in het weerbericht. 
Als je goed luistert hoor je dat de nieuwslezer altijd praat over: 
  • temperatuur
  • neerslag
  • wind. 

Slide 2 - Diapositive

Temperatuur
Temperatuur wordt gemeten met een Thermometer.
 Op de thermometer staat een schaal.
De schaal kan zijn in graden Celsius of graden Fahrenheit. 
De V.S. gebruiken graden Fahrenheit, 
maar de rest van de wereld gebruikt graden Celsius. 
De temperatuur hangt af van de plaats op de aarde,
de hoogte, het seizoen en natuurlijk de ZON.

Slide 3 - Diapositive

De volgende regels gelden:
Hoe DICHTER bij de Evenaar (Equator) 🡪 hoe WARMER

Hoe HOGER de berg op 🡪 hoe KOUDER.
De ZOMER is het warmste, de WINTER is het koudste.

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent Neerslag?
Dit is alle vormen van water, die uit de 
lucht komen vallen, zoals: regen, hagel, sneeuw en mist. 
Neerslag wordt gemeten in milimeters. 
Dit gebeurt door een Neerslagmeter.
De hoeveelheid neerslag is  afhankelijk van de plaats 
op de aarde. 
Op sommige plekken regent het bijna elke dag
(het tropisch regenwoud) en op andere plekken (woestijn) 
regent het nooit.(denk aan: de watercyclus) 

Slide 5 - Diapositive

Wind
Wind is een stroom van lucht. 
Warme lucht veroorzaakt een hogere druk. (denk bijvoorbeeld aan een pressurecooker!) dus bij koudere lucht is er minder druk. 
De lucht probeert van de hoge druk naar de lage druk te gaan (net als water van hoog naar laag gaat) 
De lucht beweegt dus van hoge druk naar lage druk. 
De lucht gaat dus bewegen. Dit noemen we wind. 

Slide 6 - Diapositive

Meting wind
De wind wordt gemeten in aantal meter per 
seconde of in windkracht. 
Bij de wind wordt ook altijd de richting aangegeven. 
De richting van de wind is altijd, waar 
de wind vandaan komt, niet waar hij 
heen gaat. Bv. Noordenwind betekent 
dat de wind uit het Noorden komt en 
dus naar het Zuiden gaat.

Slide 7 - Diapositive

Het weer
Wat weet jij nu over het weer?
Nu gaan we een quiz spelen

Slide 8 - Diapositive

Uit welke elementen
bestaat het weer?
timer
2:00

Slide 9 - Question ouverte

Met welke instrument wordt de temperatuur gemeten?
A
Liniaal
B
Thermometer
C
Barometer
D
Weegschaal

Slide 10 - Quiz

Op de thermometer staat een schaal.
Voor wat staat de C voor en
voor wat staat de F voor?
timer
2:00

Slide 11 - Question ouverte

In welke eenheid wordt neerslag gemeten?
A
Centimeters
B
Centiliters
C
Mililiters
D
Milimeters

Slide 12 - Quiz

Met welke eenheid wordt de wind gemeten ?
A
Kilometer per uur
B
Meter per seconde
C
Kilometer per seconde
D
Meter per uur

Slide 13 - Quiz

Hoe vond je de les ?

😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage