Herhaling H10

• mens en natuur
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

§ 10.1 botten bewegen

Luister naar de uitleg van blz. 11

Hoe zijn botten met elkaar verbonden?

Luister naar de uitleg van blz. 12

Welke gewrichten heb je?

§10.2 Krachten

Luister naar de uitleg van blz. 18

Welke soorten krachten zijn er?

Luister naar de uitleg van blz. 19

Hoe meet je een kracht?

Luister naar de uitleg van blz. 20

hoe teken je een kracht?

§ 10.3 sterke spieren

Luister naar de uitleg blz. 26

Waardoor beweeg je?

Luister naar de uitleg blz. 27

Hoe buig en strek je je arm?

§ 10.4 Hefbomen

Luister naar de uitleg van blz. 32 

Wat is een hefboom?

Luister naar de uitleg van blz. 34

Hoe werkt een hefboom?

Luister naar de uitleg van blz. 36

Hoe krijg je een hefboom in evenwicht?

Uitleg formule kracht links x arm links = kracht rechts x arm rechts

§ 10.5 Blessures

Luister naar de uitleg blz. 42

hoe krijg je een blessure?

Luister naar de uitleg blz. 44

Welke blessures aan botten en gewrichten kun je krijgen?

Luister naar de uitleg blz. 45

Welke spierblessures kun je krijgen?

Opdrachten ter voorbereiding op het PW

Maak de opdrachten

Lever de opdrachten die je op een blaadje moet maken in bij je docent.

Bij een kraakbeen verbinding is .... beweging mogelijk tussen de botten

1. Geen
2. een klein beetje
3. veel

Hoe heet de verbinding die ervoor zorgt dat je botten goed kan bewegen?

1. gewrichten
2. Kraakbeen
3. Vergroeiing
4. Naadverbinding

Een gewricht is een verbinding tussen twee botten

1. Waar
2. Niet waar

Bij welke vorm van bot verbinding is een klein beetje beweging mogelijk?

1. Naad
2. Kraakbeen
3. Gewricht
4. Vergroeid

Wat is de meest beweeglijke verbinding tussen botten?

1. kraakbeenverbinding
2. naadverbinding
3. gewricht
4. vergroeiing

Bij een vergroeide verbinding is er .......... beweging mogelijk tussen de botten

1. Geen
2. Een beetje
3. Veel

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?

1. Spierbundels
2. Platte spieren
3. Holle spieren
4. Pezen

wrijvings-kracht is een meewerkende kracht

1. waar
2. niet waar

Je wil een kracht van 300N tekenen. De krachtenschaal is 1cm = 60N
Hoe lang moet de pijl zijn?

1. 3 cm
2. 4 cm
3. 5 cm
4. 6 cm

Er is een krachtenpijl getekend van 10 cm lang.
De krachtenschaal is 1 cm = 50 N.
Hoe groot is de kracht?

1. De kracht is 10 N
2. De kracht is 50 N
3. De kracht is 500 N
4. De kracht is 100 N

krachtenschaal 1 cm = 50 N
de krachtenpijl is 5 cm. Hoe groot is de kracht?

1. 50 N
2. 250 N
3. 125 N
4. 75 N

Maak onderstaande opdrachten op papier en lever ze in bij je docent

Zorg dat je de opdrachten minimaal een dag voor je PW hebt ingeleverd. zodat de docent het nog kan nakijken.

Opdracht 1 

Massa	Zwaartekracht	Berekening
56 kg
312 kg
6940 g
481 g
......... kg	879 N

Opdracht 2

Joep heeft een massa van 47 kg. 

Hoe groot is de zwaarte kracht die op Joep werkt?

Geef je antwoord met een berekening er bij

Opdracht 3

Teken een punt op je papier. Dit punt is het aangrijpingspunt met een kracht van 450 N naar rechts. 

Schaal 1cm = 25 N

Teken deze kracht

Opdracht 4

Op de luchtballon werkt de opwaarts kracht

met 775 N.

Neem de ballon over en teken de kracht er in.

schaal 1cm = 250 N

Opdracht 5

Max fietst met zijn spierkracht van 560 N op de fiets.

Neem de fiets over op papier en teken 

de kracht van Max er in.

schaal: 1 cm = 25 N

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....

1. korter en dikker
2. langer en dunner
3. korter en dunner
4. langer en dikker

Een spier heeft altijd een spier die tegenovergesteld werkt

1. waar
2. niet waar

Vul het juiste woord in:
Je beweegt doordat ....... zich samentrekken.

1. Botten
2. Pezen
3. Spieren
4. Huid

Je buigt je arm door het samentrekken van je?

1. armbuigspier
2. armstrekspier

Maak onderstaande opdrachten op papier en lever ze in bij je docent

Zorg dat je de opdrachten minimaal een dag voor je PW hebt ingeleverd. zodat de docent het nog kan nakijken.

Opdracht 6

Puk zit aan de linkerkant van de wip en heeft een massa van 670 N. Ze zit op 2,8 meter van het draaipunt.  Renske zit aan de rechterkant van de wip en heeft een massa van 680 N. Ze zit op 2,7 meter van het draaipunt.

Laat met een berekening zien of de wip in evenwicht is.

Gebruik de volgende formule.

kracht x arm re = kracht x arm li

Opdracht 7

Irem zit aan de linkerkant van de wip en heeft een massa van 580 N. Ze zit op 2,3 meter van het draaipunt. Jesper zit aan de rechterkant van de wip en heeft een massa van 480 N. hij zit op 3.1 meter van het draaipunt.

Laat met een berekening zien of de wip in evenwicht is.

Gebruik de volgende formule.

kracht x arm re = kracht x arm li

Opdracht 8

Max zit aan de linkerkant van de wip en heeft een massa van 62 kg, hij zit op 1.5 meter van het draaipunt. Maaike zit aan de rechterkant van de wip en heeft een massa van 570 N, ze zit op 1.7 meter van het draaipunt.

Laat met een berekening zien of de wip in evenwicht is.

Gebruik de volgende formule.

kracht x arm re = kracht x arm li

Tip: zijn de eenheden het zelfde?

wat is een blessure aan het bot?

1. kneuzing
2. ontwrichting
3. bloeduitstorting
4. blauwe plek

Hoe noem je een blessure aan een gewricht:

1. kneuzing
2. ontwrichting
3. bloeduitstorting
4. blauwe plek

Goed of fout?

Een warming-up maakt je spieren warm?

1. Goed
2. Fout

Goed of fout?

Een cooling-down bestaat uit rustige oefeningen

1. Goed
2. Fout