Oefentoets Unit 2

Oefentoets Unit 2
Aan het eind van de les weet je wat je nog leren/oefenen moet voor de toets van volgende week.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Oefentoets Unit 2
Aan het eind van de les weet je wat je nog leren/oefenen moet voor de toets van volgende week.

Slide 1 - Diapositive

Vertaal de dikgedrukte woorden. Gebruik:
glinsteren - jasje - korte broek - 's middags - stad - vaak - vervaagd
Is your JACKET new?

Slide 2 - Question ouverte

Vertaal de dikgedrukte woorden. Gebruik:
glinsteren - jasje - korte broek - 's middags - stad - vaak - vervaagd
Let’s go to the CITY next weekend.

Slide 3 - Question ouverte

Vul de juiste Engelse woorden in. Gebruik:
boots - colour - dress - orange - thirteenth - visit - walk

Red is a popular ____ for lipstick.

Slide 4 - Question ouverte

Vul de juiste Engelse woorden in. Gebruik:
boots - colour - dress - orange - thirteenth - visit - walk

Let’s ____ to my house. It’s not far.

Slide 5 - Question ouverte

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
(a / an) diary
A
a
B
an

Slide 6 - Quiz

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
(a / an) apple
A
a
B
an

Slide 7 - Quiz

Zet het volgende woord in het meervoud: bus

Slide 8 - Question ouverte

Zet het volgende woord in het meervoud: phone

Slide 9 - Question ouverte

Hebben: to have got
Kies de juiste woorden.
.... my English book?
A
Have you got
B
Has you got

Slide 10 - Quiz

Hebben: to have got
Kies de juiste woorden.
Grandma .... a computer.
A
haven’t got
B
hasn’t got

Slide 11 - Quiz

Schrijf de zinnen op met de juiste vorm van to have got. Je mag zelf weten of je de lange of de korte vorm gebruikt.
+ betekent: bevestigende zin
– betekent: ontkennende zin
? betekent: vragende zin
Er staat iedere keer al één zin ingevuld.
+ Christine has got a cat at home.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de zinnen op met de juiste vorm van to have got. Je mag zelf weten of je de lange of de korte vorm gebruikt.
+ betekent: bevestigende zin
– betekent: ontkennende zin
? betekent: vragende zin
Er staat iedere keer al één zin ingevuld.
? Have we got a library at school?

Slide 13 - Question ouverte

Persoonlijke voornaamwoorden
Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord in. Kies uit:
her - him - me - them - you
Hey, there’s Harriette! I want to ask ____ something.

Slide 14 - Question ouverte

Persoonlijke voornaamwoorden
Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord in. Kies uit:
her - him - me - them - you
Those dogs fight all the time! I don’t like ____.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Lien