1R1A 15 februari 2022

Onderwerp
schrijven: oefenexamen 
woordenschat bij examenteksten lezen en luisteren
gesprekken: kwaliteitenspel

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Onderwerp
schrijven: oefenexamen 
woordenschat bij examenteksten lezen en luisteren
gesprekken: kwaliteitenspel

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen schrijven
Ik kan binnen de aangegeven tijd een schrijfopdracht maken.
Daarbij maak ik gebruik van een schrijfplan
Ik kan mijzelf op mijn aandachtspunten controleren. 

Slide 2 - Diapositive

leerdoel woordenschat
Ik herken  de betekenis van woorden die we vorige week hebben geleerd.
Ik herken de betekenis van 10 nieuwe woorden

Slide 3 - Diapositive

leerdoel gesprekken
Ik ken 3 kwaliteiten van mijzelf door zelfreflectie en feedback van klasgenoten.

Slide 4 - Diapositive

woordenschat
Herhaling 4 woorden van vorige week.

Slide 5 - Diapositive

beschouwen =
A
tillen
B
bekijken
C
overdenken
D
gebruiken

Slide 6 - Quiz

varieren =
A
uitleggen
B
afwisselen
C
overdenken
D
veranderen

Slide 7 - Quiz

hanteren =
A
gebruiken
B
omgaan met
C
handelen
D
vastpakken

Slide 8 - Quiz

interpreteren =
A
overdenken
B
afwisselen
C
uitleggen
D
verklaren

Slide 9 - Quiz

nieuwe woorden
die in examenteksten lezen en luisteren veel voorkomen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Welke definitieve keuze concludeert de schrijver in dit artikel?
A
blijvende
B
eindig
C
begin
D
beslissende

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

gebruikelijk =

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Er is tegenwoordig nog een geringe vraag naar mondkapjes.
A
veel
B
matige
C
beperkte
D
hetzelfde

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

grondig =

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

De maatregelen hebben een gunstige invloed. Welke redenen staan er in alinea 2?
A
slechte
B
goede
C
hoopgevende
D
matige

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

nuttig =

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

In regel 13 staat : 'Het is een overbodige luxe'. Wat bedoelt de schrijver hiermee?
A
onnodige
B
nutteloze
C
belangrijke
D
mindere

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

schaars =

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

sociaal =

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

In alinea 3 staat dat we ons tegenwoordig in een unieke situatie bevinden.
A
uitzonderlijke
B
zoals alle andere
C
niet speciaal
D
buitengewone

Slide 30 - Quiz

De basis van een zin

Slide 31 - Diapositive

Opdracht: 
Wat is het onderwerp in de volgende zin?

Slide 32 - Diapositive

De schrijver vat aan het einde zijn tekst samen.
A
vat
B
aan het einde
C
de tekst
D
de schrijver

Slide 33 - Quiz

Met welke vraag vind je het onderwerp?
A
wie doet iets?
B
wat doet hij/zij?
C
wanneer doet hij het?
D
waarom doet hij het?

Slide 34 - Quiz

opdracht
Wat is de persoonsvorm (werkwoord) in de volgende zin?

Slide 35 - Diapositive

De schrijver vat aan het einde de tekst samen.
A
het einde
B
de schrijver
C
vat
D
de tekst

Slide 36 - Quiz

Met welke vraag vind je de persoonsvorm?
A
wat doet de schrijver?
B
Wanneer vat hij samen?
C
Wat vat hij samen?
D
Wie vat samen?

Slide 37 - Quiz

Wat is de juiste plek in de zin om de tijd aan te geven?
A
aan het begin van de zin
B
aan het einde van de zin
C
na de persoonsvorm
D
maakt niet uit waar je de tijd schrijft

Slide 38 - Quiz

DUS....
onderwerp + persoonsvorm(werkwoord) + tijd + rest

Slide 39 - Diapositive

Let op!
Iedere zin heeft een onderwerp + persoonsvorm.
De tijd gebruik je soms.

Slide 40 - Diapositive

schrijven
Maak het oefenexamen in 20 minuten.
Maak eerst een schrijfplan.
Schrijf daarna jouw tekst.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

Opdracht 
Van de docent krijg je kaarten met kwaliteiten.
Je kiest één kaart met een kwaliteit die bij jou past.
Vraag jouw medestudenten een kaart te pakken die ook bij jou past. Vraag hen waarom zij deze kiezen.

Slide 46 - Diapositive

Huiswerk
Leer de 10 nieuwe woorden.
Lees de nieuwsbegriptekst en maak de vragen.
Op blackboard staat de leestekst en de vragen.
Ook de antwoorden staan in blackboard. Controleer zelf.

Slide 47 - Diapositive

Wat ga je van deze les onthouden?
Noem één ding.

Slide 48 - Sondage