Communicatie 9 Vormgevende Ervaringsordening

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie

Bijeenkomsten

1. Intro module

2. Basis communicatie

3. Intake- en kennismakingsgesprek

4. Slechtnieuwsgesprek

5. Klachtengesprek

6. Lichaamsgebonden ervaringsordening

7. Associatieve ervaringsordening

8. Structurerende ervaringsordening

9. Vormgevende ervaringsordening

10. Communicatieprofiel maken

Lesdoelen

• Je herhaalt wat je vanuit de vorige les weet over TEO

• Je onderzoekt welke situaties bij jou leiden tot een probleem in vormgeving, en hoe je dit normaliter op zou lossen

• Je analyseert hoe de cliënten vanuit jouw BPV bezig zijn met deze ervaringsordening

• Je stelt de vragen die je hierbij nog hebt

Bij de associatieve ervaringsordening past de vraag:

Bij de vormgevende ervaringsordening past de vraag:

De vraag 'Ben ik vrij van pijn of ongemak' hoort bij de ..

1. Structurerende ervaringsordening
2. Associatieve ervaringsordening
3. Lichaamsgebonden ervaringsordening
4. Vormgevende ervaringsordening

Tijdens het koffiedrinken is Floris naar de keuken gestuurd om een lepeltje te halen. De
begeleider is vergeten te zeggen dat de laden van de keuken anders zijn ingedeeld dan
voorheen. Floris doet de besteklade open en daar liggen nu theedoeken.

Er ontstaat nu een probleem in het .. van de ervaringsordening

1. Lichaamsgebonden deel
2. Structurerende deel
3. Associatieve deel
4. Vormgevende deel

Vormgevende ervaringsordening

Vraag: Mag ik mezelf zijn? Mag ik zijn wie ik ben?

Problemen komen voor, bijvoorbeeld:

- collega's roken, jij niet

- teamleider kijkt alleen naar je gedrag, niet naar oorzaak

- vriendin accepteert jouw 'nee' niet

Opdracht

Schrijf een situatie op waarin jij een probleem ervaarde in de vormgevende ervaringsordening. 

Jij stelde jezelf de vraag: Mag ik er zijn? Mag ik zijn wie ik ben? Het antwoord was 'NEE'.

Opdracht (2)

Schrijf een situatie op waarin jij een probleem ervaarde in de vormgevende ervaringsordening. 

Jij stelde jezelf de vraag: Mag ik er zijn? Mag ik zijn wie ik ben? Het antwoord was 'NEE'.

Bespreek dit met een medestudent. Herkennen jullie dit? Vraag door als je meer wilt weten. 

Opdracht klassikaal (3)

Het vormgevende deel is onveilig, er is een probleem. Het vormgevende deel wordt dus dominant en gaat de andere delen inzetten om weer veilig te zijn. 

Hoe gebruik je de 2 overtuigingen om dit te doen?

• De werkelijkheid is stabiel - Van welke zekerheden kan jij op aan?
• Als ik wil kan ik de werkelijkheid veranderen - Welke mogelijkheden heb je om de situatie te veranderen?

Hoe zet je de andere 3 delen in om het probleem op te lossen?

• lichaamsgebonden deel
• associatieve deel
• structurerende deel

Cliënten op mijn werk ervaren de ruimte om zichzelf te zijn

Ja

Nee

Soms

Elke cliënt waardeer ik in wie hij/zij als mens is

Ja

Nee

Soms

Op mijn werk wordt elke collega gewaardeerd om wie hij/zij is

Ja

Nee

Soms

Op mijn werk wordt alleen feedback gegeven op gedrag, niet op de persoon

Ja

Nee

Soms

Ik voel dat ik mezelf kan zijn op mijn werk

Ja

Nee

Soms

Ik voel dat ik mezelf kan zijn in deze klas

Ja

Nee

Soms

!

Iedereen komt ooit of misschien wel vaak in een situatie met de vraag:

'Mag ik mezelf zijn? Mag ik zijn wie ik ben'?

..en het antwoord is dan 'NEE'

Opdracht

Beantwoord de volgende vraag:
 

Hoe merk ik dat cliënten in mijn BPV bezig zijn met de vraag - ‘Mag ik mezelf zijn, mag ik zijn wie ik ben met mijn (on)mogelijkheden’? –

Wat zie je hiervan bij de cliënt? Wat merk je daarvan in het contact tussen jullie? Beschrijf feitelijk.

Opdracht (2)

Beantwoord de volgende vraag:

Hoe merk ik dat cliënten in mijn BPV bezig zijn met de vraag - ‘Mag ik mezelf zijn, mag ik zijn wie ik ben met mijn (on)mogelijkheden’? –

Wat zie je hiervan bij de cliënt? Wat merk je daarvan in het contact tussen jullie? Beschrijf feitelijk.

Wissel uit met een klasgenoot. Herkennen jullie dingen bij elkaar?

Voorbeeld

• Jan (50jaar): CVA met afasie
• communicatie en dus relatie met vrouw Ria = verstoord. PROBLEEM!
• Jan kan niet meer zijn wie hij wil zijn (voor Ria) - probleem in vormgevende ervaringsordening
• uiten: vloeken (lichaamsgebonden)
• Oplossing: meer aanraken (lichaamsgebonden) en oefenen met logopedie (lichaamsgebonden)
• Ria steunt door eigenwaarde te herstellen; Jan betekent nog steeds veel voor haar. 

Opdracht (3)

Kijk nog eens naar de casus die je hebt opgeschreven en beantwoord met elkaar de volgende vragen:

- Wat maakt dat de cliënt minder zelfvertrouwen heeft, het gevoel heeft zichzelf niet te kunnen zijn? Dit kan veroorzaakt worden door een probleem op een andere ervaringsordening!

- Hoe lost de cliënt dit op (noem objectief gedrag)?

- Welke rol kan jij spelen in het oplossen van dit probleem?

Opdracht (4)

KLASSIKAAL:

Kijk nog eens naar de casus die je hebt opgeschreven en beantwoord met elkaar de volgende vragen:

- Wat maakt dat de cliënt minder zelfvertrouwen heeft, het gevoel heeft zichzelf niet te kunnen zijn? Dit kan veroorzaakt worden door een probleem op een andere ervaringsordening!

- Hoe lost de cliënt dit op (noem objectief gedrag)?

- Welke rol kan jij spelen in het oplossen van dit probleem?

Vragen?

Lesdoelen behaald?

• Je herhaalt wat je vanuit de vorige les weet over TEO
• Je onderzoekt welke situaties bij jou leiden tot een probleem in vormgeving, en hoe je dit normaliter op zou lossen
• Je analyseert hoe de cliënten vanuit jouw BPV bezig zijn met deze ervaringsordening
• Je stelt de vragen die je hierbij nog hebt

Ja

Nee