Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2 november Herhalen van woordsoorten
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Regels
1. Er wordt alleen gepraat wanneer je beurt hebt of wanneer dit op het bord wordt aangegeven. Op deze manier kunnen we elkaar goed verstaan.
2. Wanneer er om stilte wordt gevraagd, probeer je zo snel mogelijk stil te zijn.
3. Je schreeuwt niet door de klas, maakt geen gekke geluiden en je reageert alleen positief op elkaar.
4.
Vaker dan 3x de les negatief verstoort?
Dan volgt er een straf
6. Wanneer er gevraagd wordt om stil werken, proberen jullie ook om stil te werken.
7. Telefoon niet in de kluis, maar zichtbaar in de klas? Dan naar de afdelingsleider.
Slide 3 - Diapositive
Nederlands
1. Lezen
2. Herhalen woordsoorten
3. Oefenen met toetsvragen
4. Huiswerk voor maandag
Slide 4 - Diapositive
Lezen
Wat: Lezen in je boek
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: Je hebt verder gelezen in je boek, die je gaat gebruiken voor boekverslag 2
Geluid: In stilte
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
Oefen met de toets
Wat: Via de online omgeving kennis maken met de toetsen. Hoe: Via je laptop, de online leeromgeving en de toets die klaar staat.
Tijd: 10 minuten
Geluid: Stil en wanneer ik aangeef FST-niveau.
Uitkomst: Je weet dat je aankomende donderdag via je laptop de toets maakt en hoe je daarkomt
Slide 6 - Diapositive
Herhalen
Wat: We gaan de woordsoorten herhalen.
Tijd:De hele les
Hoe: Via de LessonUp en bordjes.
Met wie: Alleen, dus fst-niveau.
Slide 7 - Diapositive
Een bijvoeglijk naamwoord
A
zegt iets over het zelfstandige naamwoord
B
Is een woord waar de, het of een voor staat
Slide 8 - Quiz
Een bijvoeglijk naamwoord herkennen
1. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over de toestand, kleur, eigenschap of kenmerk van het zelfstandige naamwoord.
2. Een bijvoeglijk naamwoord staat alleen direct voor of na een zn.
3. Trap der vergelijking. Leuk- Leuker-Leukst
Slide 9 - Diapositive
Onderstreep in de volgende zinnen het bn
1. Mijn nieuwe racefiets met metalen velgen is vandaag binnengekomen.
2. Mijn lieve zusje is vandaag jarig.
3. De rode auto staat in de straat.
4. Ik loop door de lange straat.
5. De mooie bloemen groeien niet in deze straat
timer
2:00
Slide 10 - Diapositive
Welke woorden zijn lidwoorden?
A
De, is en een
B
De, het en een
Slide 11 - Quiz
De en het zijn?
A
Bepaalde lidwoorden
B
Onbepaalde lidwoorden
Slide 12 - Quiz
Noteer van de volgende zinnen de lidwoorden,
noteer ook of het olw of blw
1. De rode auto botste bovenop de auto, waardoor er een tegen de boom aanbotste.
2. Ik zoek voor deze opdracht een meisje en een jongen.
3. John van het Schip is de nieuwe trainer van het team uit Amsterdam.
4. Feyenoord heeft afgelopen zonder de ongeslagen status verloren.
timer
3:00
Slide 13 - Diapositive
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een mens, dier, ding, (eigen)naam, gebeurtenis, plaats of abstracte zaak zoals gevoelens aanduidt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Noteer de zelfstandige naamwoorden
1. Marieke en Justin hebben afgelopen maandag een picknick gehouden in het Euromastpark.
2. De hoogste toren in Nederland is de kerktoren van De Dom in Utrecht.
3. Vanaf donderdag komt er een storm naar Nederland toe genaamd Cecilia.
4. Justin is al meer dan een jaar verliefd op zijn vriendin Michelle.
timer
3:00
Slide 15 - Diapositive
Voorzetsels zijn woorden die wat aangeven?
A
Ze geven een richting, plaats of relatie aan
B
Ze geven alleen aan wie op wat er op de kast zit
Slide 16 - Quiz
Voorzetsels
1. Zijn woorden die iets zeggen over een richting, plaats, tijd of relatie
2. Makkelijke truc is: ... de kast --> Op de kast, voor de kast, achter de kast.
3. Tijd: Sinds, tot , net, zojuist, etc.
Slide 17 - Diapositive
Noteer van de volgende zin alle voorzetsels
1. Zojuist ben ik op de matten geklommen tijdens de gymles.
2. Net voordat de les begon ben ik nog voor de klusjes aangesproken door meneer Berghout.
3. De arme vogels zitten ook nog met dit slechte weer buiten in de kooitjes.
timer
3:00
Slide 18 - Diapositive
Wat is de betekenis van het woord infecteren
A
Het schoonmaken van een wond
B
Het besmetten van een mens, dier of ding
Slide 19 - Quiz
De betekenis van het gezegde: ' Een bittere pil moeten slikken'
A
Het ergens niet mee eens zijn
B
Een teleurstelling moeten verwerken
Slide 20 - Quiz
Betekenis van het woord analyse
A
Onderzoek doen hoe iets in elkaar zit
B
Een uitslag van iets
Slide 21 - Quiz
Betekenis van het woord psychisch
A
Geestelijk
B
lichamelijk
Slide 22 - Quiz
Huiswerk voor volgende les
Neem je laptop mee.
We gaan de oefentoets maken voor Nederlands.
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
KT1b - 4.7. - Grammatica - voorzetsels + bn
Juin 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten - herhaling (klas 1A)
Novembre 2020
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Woordsoorten
Mars 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Les 2 - woordbenoemen
Septembre 2022
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
voorbereiding foto-opdracht woordsoorten mh1
Septembre 2023
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
th1b - 16 april
Avril 2024
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
25September_NederlandseLes_BijvoegelijkNaamwoord&Zinsdelen
Septembre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Voorzetsel en herhalen ontleden woordsoorten
Août 2023
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3