Les 32: Het gebruik van voornaamwoorden onderzoeken deel 1

• Nederlands
• Secundair onderwijs

32 Het gebruik van voornaamwoorden onderzoeken

S. Boulanger

S. Boulanger

Wat is juist?
'Ben ik zo groot als...

1. Hij
2. Hem

Wat is juist?
'Ik lust hetzelfde als...'

1. zij
2. hen

Wat is juist?
'Wil je echt zoveel geld hebben als...'

1. zij
2. haar

Wat is juist?
'Zij zijn niet beter dan...'

1. wij
2. ons

p.321

p.321

p.321

Welke zinsdelen heb je in de vorige tabel steeds ingevuld?

1. De persoonsvorm
2. Het onderwerp
3. Het lijdend voorwerp
4. Het meewerkend voorwerp

p.321

p.321

Tip: kijk naar oefening C!

p.321

Welke zinsdelen heb je in de vorige tabel steeds ingevuld?

1. De persoonsvorm
2. Het onderwerp
3. Het lijdend voorwerp
4. Het meewerkend voorwerp

p.321

p.321

Volgende slide -->

'Zeg Maarten, kun je mij eens vertellen wat je ervan vindt?'
'Dag mijnheer,...

p.321

Hoe ging de oefening?

Goed, joepie.

Slecht, maar dat komt wel goed. Joepie.

DE THEORIE

P.323

---> VOLGENDE SLIDE

P.323

De boeken zijn van hem. Het zijn de...

1. hare
2. zijne
3. jouwe
4. hunne

Dit is hun huis. Het is het ...

1. hunne
2. hare
3. onze
4. jouwe

De jas is van haar. Het is de ...

1. hare
2. hunne
3. zijne
4. onze

De koekjes zijn van ons. Ze zijn de..

1. hare
2. hunne
3. zijne
4. onze

Die koffie is van jou. Het is de...

1. hare
2. jouwe
3. zijne
4. onze

P.323

oef. 8 p.325

vasthouden

bekijken

inhalen

einde