2KG_B2_herhaling

Welkom 2KGa
Blok 2 - Herhaling grammatica, spelling en over taal 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom 2KGa
Blok 2 - Herhaling grammatica, spelling en over taal 

Slide 1 - Diapositive

De planning 
  • Nakijken opdracht 1, 2, 3 en 8. 
  • Herhaling grammatica
  • Herhaling spelling  

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 1 blz. 84
  1. bijzonder
  2. minder wordt
  3. laten zien
  4. gebruiken
  5. meer wordt
  6. voor niets 
  7. bij elkaar legt wat bij elkaar hoort
  8. heb nodig
  9. heeft controle over
  10. weet wat kan en wat niet
  11. toch  

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 2 blz. 85
  1. haalt veel op
  2. moeite 
  3. mezelf rustig maken
  4. manier waarop iets is georganiseerd 
  5. het opnieuw gebruiken van spullen
  6. een onderzoek door aan veel mensen dezelfde vraag te stellen
  7. beginnen
  8. er nog eens goed over nadenken
  9. schoon
  10. mensen die veel verstand van iets hebben 

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 3 blz. 85
  1. experts 
  2. ontspannen
  3. enquête
  4. aangaan
  5. er een nachtje over slapen
  6. inzamelen
  7. inzet
  8. hergebruik
  9. systeem
  10. rein   

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 8 blz. 88
  • liggen nog op een oor = slapen nog
  • ik sterf van de kou = ik heb het heel koud
  • het gaat het ene oor in en het andere oor weer uit = ik hoor het wel, maar ik onthoud het niet
  • sta ik met de mond vol tanden = weet ik niet wat ik moet zeggen
  • loop ik op mijn tandvlees = ben ik heel moe
  • geen haar op mijn hoofd die eraan denkt = dat vind ik zeker niet goed

Slide 6 - Diapositive

Grammatica 
  • Persoonsvorm (pv)
  • werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • het onderwerp (ond)

Slide 7 - Diapositive

Wie/wat + wwg?
Een werkwoord dat je kan vinden door de tijdsproef.
Alle werkwoorden in de zin.
Personen of voorwerpen in een zin. 
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
onderwerp 

Slide 8 - Question de remorquage

Het werkwoordelijk gezegde 
  • In sommige zinnen staat er voor het werkwoord ‘te’, zoals:
  • De leerlingen zitten heel hard te lachen.
  • De leerlingen zitten hard te werken

  • Het woord 'te' hoort bij het werkwoordelijk gezegde. 

Slide 9 - Diapositive

Het werkwoordelijk gezegde
  • Splitsbare werkwoorden 
  •  De persoonsvorm kan gesplitst worden
  • De kerstman pakt cadeaus in. 
  • De kerstman pakt cadeaus in

Slide 10 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?
Ik stap de bus in.
A
Ik
B
Stap
C
de bus
D
stap in

Slide 11 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik stap de bus in.
A
Ik
B
Stap
C
de bus
D
stap in

Slide 12 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De leerling zit mooi te tekenen.
A
zit
B
tekenen
C
te tekenen
D
zit te tekenen

Slide 13 - Quiz

Het lijdend voorwerp 
  • Met een lijdend voorwerp in de zin
    zijn er minimaal drie zinsdelen. 
  • Welke vraag stel je om
    het lijdend voorwerp te vinden?  

Slide 14 - Diapositive

pv
wwg
lv
ond
Mevrouw Uiens 
zet 
de kerstboom
op.

Slide 15 - Question de remorquage

pv
wwg
lv
ond
Geert en Bibi
gaan
op vakantie
naar Griekenland.

Slide 16 - Question de remorquage

Spelling - verleden tijd
  • Achter klankvaste werkwoorden komt –te(n) of -de(n). 

  • Gebruik KoFSCHiPTaXi voor de juiste schrijfwijze. 

Slide 17 - Diapositive

Wat zijn klankvaste werkwoorden?
A
Woorden die van klank veranderen, zoals lopen - liepen
B
Werkwoorden die in de verleden tijd -te(n) of -de(n) krijgen.
C
Werkwoorden die geen verleden tijd kennen.
D
Werkwoorden die ook als zn kunnen gelden.

Slide 18 - Quiz

Om tot de juiste spelling te komen in de verleden tijd kijk je naar de laatste letter van de ik-vorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Vervoeg het werkwoord 'snoeien'.
Gisteren ... mijn ouders de grote heg.

Slide 20 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord 'braden'.
Gisteren ... ik een grote biefstuk.

Slide 21 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord 'planten'.
Vorige maand ... mijn broer een boom in de tuin.

Slide 22 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord 'vegen'.
Op de scheepswerf ... de werkneemster de vloer schoon.

Slide 23 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord 'lezen'.
Op school hebben we met de klas een boek ... .

Slide 24 - Question ouverte

Vervoeg het werkwoord 'denken'.
Tijdens de toets heb ik hard ... .

Slide 25 - Question ouverte

Wat moet je kennen voor grammatica?

Slide 26 - Carte mentale

Wat moet je kennen voor spelling?

Slide 27 - Carte mentale

Vrijdag 10 december 
  • Herhalen over taal en spelling 
  • Vragen stellen  

Slide 28 - Diapositive