thema 7 les 7 nevenschikkende zinnen

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

thema 7 les 7 

nevenschikkende zinnen

Even opfrissen....

Kies het juiste voegwoord:

De broertjes gaan niet met de anderen mee, ......... ze doen verstoppertje.

1. en
3. want
4. omdat

Hij kan zich achter dat beeld verstoppen, ............ hij verstopt zich in het café!

1. omdat
2. of
3. want
4. en

SAMENGESTELDE ZIN

Een samengestelde zin is een zin die bestaat uit meerdere persoonsvormen.

Ik zag mijn tas en pakte mijn fiets.

zag =  persoonsvorm

pakte = persoonsvorm

Is dit een samengestelde zin?

Zij speelt elke dag gitaar.

1. Ja
2. Nee

Wat is de persoonsvorm?

Zij speelt elke dag gitaar.

1. elke dag
2. gitaar
3. speelt
4. zij

Is dit een samengestelde zin?

Zij speelt elke dag gitaar en zij speelt toneel.

1. Ja
2. Nee

Wat is de persoonsvorm?

Zij speelt elke dag gitaar en zij speelt toneel.

1. speelt + speelt
2. gitaar + toneel
3. zij speelt
4. speelt

Is dit een samengestelde zin?

Ik ga niet naar buiten, want ik heb geen jas mee.

1. Ja
2. Nee

Wat is de persoonsvorm?

Ik ga niet naar buiten, want ik heb geen jas mee.

1. ga
2. want
3. heb
4. ga + heb

HOOFDZIN

Hoe herken je de hoofdzin?

1. de persoonsvorm en het onderwerp staan altijd naast elkaar

Ik eet een appel.

Ik = onderwerp

eet = persoonsvorm

BIJZIN

Hoe herken je de bijzin?

1. de persoonsvorm en het onderwerp staan NIET naast elkaar.

2. bijzin kan niet in zijn eentje bestaan (heeft een hoofdzin nodig)

De hond krabte aan de deur, omdat hij nodig moest.

hij = ow   moest = pv  

Is dit een hoofdzin of een bijzin?
Bob eet graag patat.

Is dit een hoofdzin of een bijzin?
Bob eet graag patat.

Is dit een hoofdzin of een bijzin?
....omdat hij nodig moest

Wat is de hoofdzin en wat is de bijzin?
De kat krabt aan de paal, omdat ze jeuk heeft

Hij mist haar pas later en hij gaat haar zoeken.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin
3. bijzin + hoofdzin

Zij zit al in het restaurant, omdat ze honger heeft.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin
3. bijzin + hoofdzin

Hij vraagt waar ze was, want hij werd ongerust.

1. hoofdzin + hoofdzin
2. hoofdzin + bijzin
3. bijzin + hoofdzin