Les 3 conflicten

• Communicatie
• MBO
• Studiejaar 2

Conflicten

Ik heb wel eens een conflict meegemaakt op mijn stage

1. ja
2. nee

Wat is een conflict?

Een conflict is een verschil van mening. Bij een conflict hebben twee of meer partijen verschillende opvattingen en vijandige gevoelens. Iemand doet dus iets waar een ander last van heeft.

Ik vind het lastig om een conflict situatie mee te maken

Ja

Nee

Welke communicatie methodiek zou jij inzetten om een escalatie van een conflict te voorkomen?

Soorten conflicten 

belangenconflicten

machtsconflicten

conflicten over de aanpak

ideologische conflicten

sociaal-emotionele conflicten

Belangenconflicten

Een conflict kan ontstaan door verschillende belangen. Zo heeft een zorgvrager andere belangen dan de zorgverlener.

Machtsconflicten

Hierbij gaat het om de vraag wie de baas is. Bij een machtsconflict gaat het om de verschillende posities van mensen die het voor het zeggen willen hebben, of het beter denken te weten.

Conflicten over de aanpak

Hierbij hebben de partijen niet dezelfde achtergrondinformatie en niet dezelfde ideeën. Ze menen allebei dat zij gelijk hebben.

Ideologische conflicten

Er is sprake van een ideologisch conflict wanneer mensen verschillende visies hebben op een levensvraagstuk.

Sociaal-emotionele conflicten

Hierbij gaat het om de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Dit conflict leidt vaak tot gevoelens van onbegrip en gebrek aan respect

Omgaan met conflicten 

Verschillende methoden met verschillende uitslagen.

Ik win= jij verliest

jij wint= ik verlies

Geen verlies

Geen verlies

Er is geen winnaar, er wordt gekeken naar een gezamenlijke oplossing.

6 stappen om dit te behalen

6 stappen bij geen verlies

1. Geef een ik-boodschap.

2. Luister actief naar de ik-boodschap van de ander, onder andere door samenvattingen te geven.

3. Bedenk mogelijke oplossingen, zonder er meteen een te kiezen.

4. Bespreek de voor- en nadelen van de oplossingen.

5. Kies samen de beste oplossing.

6. Evalueer of het conflict nu opgelost is.

Opdracht

Maak de opdrachten bij de casus Henk en Tjitske, voer de laatste opdracht i uit in een groepje van 6 in de klas

(Eindopdracht 3)