lesson 7

Unit 5 - lesson 7
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unit 5 - lesson 7

Slide 1 - Diapositive

Upcoming tests
20 februari SO unit 5
6 maart grote toets unit 5

Slide 2 - Diapositive

Plan of today
  • What did we learn last time?
  • Learning goal of today 
  • Get to work 
  • Hot seat
  • Evaluation

Slide 3 - Diapositive

Use the present simple:
(call) My dad ________ my mom every evening.

Slide 4 - Question ouverte

Use the present simple:

(order) ________ they _________ something new everytime?
A
Do _____ take ages
B
Does ___ take ages

Slide 5 - Quiz

Add the right tag:
You are coming over, _______ ?

Slide 6 - Question ouverte

Translate to English:
onder schooltijd

Slide 7 - Question ouverte

Translate to Dutch:
rabbit food

Slide 8 - Question ouverte

Finish the short answer:
Are they coming over?
Yes, _______ .

Slide 9 - Question ouverte

Learning Goal
What is the learning goal of today?
  • I understand how to use tag questions and the present simple.
  • Ik snap hoe ik korte vragen kan gebruiken, en de present simple

What do you know about the learning goal? 
Herhaling

How are we going to reach the learning goal?
You will follow an instruction (5 minutes)
You will work on the worksheets exercises (15 min.)

Slide 10 - Diapositive

Get to work!
  • Maak de werkbladen (15 min.)

  • Bij vragen steek je je hand op in stilte. De docent komt je helpen. 

  • We kijken het na 15 min. na

Slide 11 - Diapositive

HOT SEAT!
  • We gaan de woorden leren voor Engels.
  • 1 Leerling zit op de stoel voor de klas, met de rug naar het scherm.
  • Op het scherm krijgt de klas een Engels woord te zien uit het boek.
  • De leerling ziet dit woord niet.

  • De klas steekt zijn hand op om de leerling te helpen raden wat het woord is.
  • Als je de beurt krijgt van de leerling geef je een hint zonder het woord te zeggen in het Engels EN Nederlands ('het is blauw', 'je kan het eten', ...)
  • De leerling moet het woord raden en het in het Engels zeggen om te winnen.

Slide 12 - Diapositive

order (bestellen)

Slide 13 - Diapositive

embarrassing (gènant)

Slide 14 - Diapositive

argue (ruzieën)

Slide 15 - Diapositive

custard (vla)

Slide 16 - Diapositive

for life (levenslang)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

EVALUATION
  • What went well?

  • What can go better?

  • Did we reach the learning goal?

Slide 19 - Diapositive