Eiwitsynthese les 1

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Test vorige les + thema 3

Doelen

• Je kunt van chromosoom tot stikstofbase uitleggen hoe erfelijke informatie ligt opgeslagen in de celkern. Je kunt op basis van de molecuulstructuur bepalen of een nucleïnezuur DNA of RNA is.
  
• Je kunt uitleggen hoe de structuur van DNA het makkelijk maakt om beschadigingen herstellen of DNA te kopiëren (mitose)
  

Nucleotide, Stikstofbasen (ACTGU), Fosfaatgroep, (Deoxy)ribose, waterstofbrug, basenparing, complementair, antiparallel, mutatie, DNA-replicatie.

Maak een conceptmap met de volgende begrippen: Cel, Celkern, Chromosoom, Chromatide, Chromatine, DNA, Histonen, Nucleotiden, Stikstofbase, Fosfaatgroep, Deoxyribose

Genexpressie

we voegen toe:

gen, allel, genexpressie

splicing=V6

Cel-differentiatie

waardoor zijn al deze cellen verschillend?

Samengevat

Een gen komt tot expressie op het moment dat de DNA-code van dat gen gebruikt wordt om een eiwit te maken

Cel-differentiatie komt door expressie van verschillende genen in verschillende celtypen. Welke genen tot expressie komen wordt bepaald door signaalstoffen in of buiten de cel.

Verschillende allelen zijn varianten van één gen. De DNA-code verschilt binnen dat gen.

Wat heb je opgestoken van het vorige filmpje? Noteer en/of maak een foto.

Doelen

• Je kunt met behulp van basenparing vanuit een gegeven nucleotide-volgorde van de coderende streng, de matrijsstreng of mRNA de nucleotidevolgorde van de andere twee bepalen.
  
• Je kunt met behulp van een nucleotidevolgorde in mRNA bepalen in welke volgorde eiwitten in een eiwit gekoppeld worden door het ribosoom (en andersom).
  

Let op start/stop codons!

Gebruiken van 71G

theorie 8.2 (zonder subparagrafen) én 8.4

aantekening op bord en/of

oefening op volgende pagina. Herhaal zovaak als nodig is om het te snappen (=huiswerk)

https:

Test

Toetsvragen 8.4

Toetsvragen bij 8.1 tm 8.3

moeilijk, oefen vragen 8.4