Verhoudingen en vergelijkingen


H12
Verhoudingen en vergelijkingen 

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


H12
Verhoudingen en vergelijkingen 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Voor het verhuizen van de spullen huurt Kim een verhuiswagen.
De verhuiswagen rijdt 100 km met 8 liter diesel.

Hoeveel km kan er met 10 liter gereden worden?
A
80
B
125
C
12,5
D
122,50

Slide 3 - Quiz

Per taart voor 12 personen gebruikt zij 0,4 kg taartmix.
Voor hoeveel personen kun je met 1 kg bakken?

Slide 4 - Question ouverte

Eén veld heeft een
oppervlakte van 3000 m2.
De club heeft 3 velden. Hoeveel kg is er nodig om alle velden te bestrooien?

Slide 5 - Question ouverte

Vergelijken met tabellen
Soms moet je 2 zaken met elkaar vergelijken. Bijv. als je wilt weten welke het goedkoopst is.
17,50
?
m2
1 m2
35 m2
100
?
m2
8,5 m2
34 m2
1 m2
35 m2

Slide 6 - Diapositive


<--A
B -->

Wie rijdt het snelste? A of B?
13 km
40 min.
?
3.5 km
8 min.
A
B

Slide 7 - Quiz

berekening
Eén van de rijen maak je 'gelijk'.
Hier is dat de 'minuten'. 

 "Wat je boven doet,
moet onder ook."
40 min
13.5 km
8 min.
x 5
40 min.
3.5 km
x 5
17.5 km

Slide 8 - Diapositive

Sannelijn rijdt in 50 minuten naar haar werk. De afstand is 58 km.

Thijs rijdt in 20 minuten naar zijn werk. De afstand is 23 km.

Wie rijdt het snelst en hoeveel sneller? Geef je antwoord in km/u.

Slide 9 - Question ouverte

Welk gras is het voordeligst?

Slide 10 - Question ouverte