Verhoudingen 3F

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Verhoudingen

een verhoudingstabel gebruiken:

1. "Echt niet! Niet nodig."
2. "Dat is gewoon te moeilijk voor mij."
3. "Ik doe het altijd uit mijn hoofd."
4. "Tuurlijk, kan het ook anders dan?"

Voor het verhuizen van de spullen huurt Kim een verhuiswagen.
De verhuiswagen rijdt 100 km met 8 liter diesel.

Hoeveel km kan er met 10 liter gereden worden?

1. 80
2. 125
3. 12,5
4. 122,50

Per taart voor 12 personen gebruikt zij 0,4 kg taartmix.
Voor hoeveel personen kun je met 1 kg bakken?

Eén veld heeft een
oppervlakte van 3000 m2.
De club heeft 3 velden. Hoeveel kg is er nodig om alle velden te bestrooien?

Vergelijken met tabellen

Soms moet je 2 zaken met elkaar vergelijken. Bijv. als je wilt weten welke het goedkoopst is.

€	17,50
m2	1 m2

€	100
m2	8,5 m2	1 m2

<--A
B -->

en met hoeveel?

30 env.	10 env.
€2,45	?

20 env.	10 env.
€1,69	?

1. A, met €0,03
2. B, met €0,03
3. A, met €0,82
4. B, met €0,82

<--A
B -->

13 km
40 min.	?

3.5 km
8 min.

berekening

Eén van de rijen maak je 'gelijk'.

Hier is dat de 'minuten'. 

 "Wat je boven doet,

moet onder ook."

40 min
13.5 km
8 min.	x 5	40 min.
3.5 km	x 5	17.5 km

Sannelijn rijdt in 50 minuten naar haar werk. De afstand is 58 km.

Thijs rijdt in 20 minuten naar zijn werk. De afstand is 23 km.

Wie rijdt het snelst en hoeveel sneller?

Welk gras is het voordeligst?

Verhoudingen en schaal

1 : 100 betekent: 

1 cm (kaart) = 100 cm (in werkelijkheid)

Modelvliegtuig

De afmeting van het model is 14 cm.

De schaal is 1 : 30 000.

1 cm		14 cm
30.000 cm		?? cm

Kan ook andersom....

Tekening in cm: 8
schaal= 1 : 250
Hoe groot in werkelijkheid in m?

tekening in cm: 11
schaal= 1 : 400.000
Hoe groot is de afstand in km?

Aan de slag!