De Andes bestaat uit meerdere bergketens (Cordilleras). Kenmerk = reliëf.
Hiertussen ligt hoogvlakte of hoogland (Altiplano).
Kenmerk = weinig reliëf.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
West: Voorlandbekken
Bij subductie ontstaat een voorlandbekken
(ten oosten van het gebergte in Z-A):
wegduikende plaat trekt continent naar
zich toe + gebergte zorgt voor veel
gewicht op de plaat > berg + omringende
land zakt in mantel > bekken ontstaat
> sedimentatie in bekken.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Oost: passieve continentrand
Aan de oostkant treden weinig of geen tektonische verschijnselen op.
Ten oosten van het Andes vinden we schilden (kern van een continent, waar de oudste gesteenten voor komen).
Slide 16 - Diapositive
Schilden
Schilden bestaan vaak uit metamorfe gesteenten (ontstaan onder extreem hoge hitte en druk) en intrusieve gesteenten (stollend magma in de aardkorst). Dit zijn gesteenten die diep in de aardkorst ontstaan.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Bodemschatten ZA
Ertsen
Voorbeelden van ertsen?
Hoe ontstaan ze?
Waarom is het in het amazonegebied moeilijk is om grondstoffen te winnen en in Andes juist makkelijk?