th1 12.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Programma

Leerdoelen

Aan de slag

Afsluiten

Programma      19 juni

• Start
• Lesdoelen
• Start hoofdstuk 12
• Aan de slag 
• Afsluiting

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..

.. Volgorde van berekening wat was dat ook alweer

.. Lineaire formule en grafieken

.. Optellen en aftrekken van variabelen

VK Volgorde van berekening

Stappenplan

1. Haakjes
2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

VK Lineaire formule bij grafiek maken

1. Maak een tabel met de waarden die je goed kunt aflezen.
2. Lees het begingetal/ startgetal af.                                        Snijpunt met de verticale as (horizontale as = 0).
3. Bereken de stapgrootte.                                                              Wat komt er per stap van 1 horizontaal bij of af.
4. Noteer de formule.                                                          Uitkomst = begingetal + stapgrootte × invoer 

12.1 Optellen en aftrekken

De letter (a) wordt ook wel variabele genoemd.

Rekenen met variabelen. 

Berekening:

Herleiden:

Optelling van drie gelijke termen.

4+4+4=3⋅4=12

a+a+a=3⋅a=3a

Vermenigvuldiging van twee factoren.

12.1 Optellen en aftrekken

Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

4a+2a=

12.1 Optellen en aftrekken

Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

4a+2a=a+a+a+a+a+a

12.1 Optellen en aftrekken

Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

4a+2a=a+a+a+a+a+a

4a+2a=6a

12.1 Optellen en aftrekken

4a−2b=a+a+a+a−b−b

12.1 Optellen en aftrekken

4a+2b=a+a+a+a+b+b

4a+2b=4a+2b

12.1 Optellen en aftrekken

Deze opgave kun je niet korter opschrijven. 

4a−2b=a+a+a+a−b−b

4a−2b=4a−2b

12.1 Optellen en aftrekken

Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.

In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 

4a+2b=a+a+a+a+b+b

4a+2b=4a+2b

12.1 Vergelijkingen oplossen

Bordjes methode (klas 1)

Balansmethode (klas 2 en hoger)                                                                                                                 

Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!

71 = 6q+32

12.1 Balansmethode

Vergelijking oplossen met de balansmethode! 

Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32

     -32          -32

      39 = 6 q 

      : 6    :6

      6,5 = q                 Dus q = 6,5  

   

Aan de slag

Maak: 1,2,3,(4),6 en 7

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!

Huiswerk

Bovenstaande afmaken

Afsluiting

Maak een foto van opgave ... uit je schrift.

Upload deze hieronder!

Afsluiting

Noteer 1 ding die je mij wilt meegeven, zodat ik jou nog beter zou kunnen helpen voor mijn vak!