Kosten en opbrengsten

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Kosten en opbrengsten

donderdag 19 december 2024

Programma van deze les

-Uitleg

-Aan het werk met de Praktische Opdracht

Welke kosten heeft een bedrijf?

Variabele kosten

Dit zijn kosten die afhankelijk zijn van productie/afzet. 

-Verpakkingskosten

-Verzendkosten

Constante kosten

Deze kosten zijn er altijd. Als het bedrijf nou veel produceert of juist niet.

-Huur bedrijfspand

Inkoopwaarde van de omzet

Dit is het bedrag waarvoor producten zijn ingekocht. 

Huisvestingskosten

Dit zijn kosten voor de huur of hypotheek van het bedrijfspand. Daarnaast zijn de kosten voor energie en water ook huisvestingskosten.

Verkoopkosten

Dit zijn kosten die direct samenhangen met de verkoop van goederen of diensten. Denk aan reclamekosten, maar ook verzendkosten. 

Rentekosten

Veel bedrijven moeten geld lenen bij de bank om bijvoorbeeld investeringen te doen. Over dit geleende bedrag moeten ze rente betalen. Dit noemen wij rentekosten.

Voorbeeld rente kosten

Je leent 15.000 euro

Bij deze lening hoort een rente van 4%

15.000 : 100 x 4 = 600 euro

In totaal betaal je 15.600 euro terug.

Afschrijvingskosten

Machines worden door beloop van tijd minder waard. Dit noemen wij in economische termen ''afschrijven''. 

Het geld dat een machine of auto nog oplevert noemen wij de restwaarde.

Omzet

Omzet = afzet x verkoopprijs

P = 15 euro

Afzet = 1200 stuks verkocht

Omzet: 15 x 1200 = 18.000 euro

Winst

Winst = Omzet - kosten

Het geld dat je overhoud aan het einde van de maand/dag/week.

De kosten haal je van de opbrengst af.

Verlies

Als de kosten groter zijn dan de opbrengsten heb je verlies. Het is dus niet altijd zo dat je winst maakt.

Aan het werk

Ga lekker aan het werk met de opdracht!