Les 5 Woordenschat

Instructie geven 
de woordstrategie: zoek een tegenstelling 
Theorie 
controle vragen 
Nederlands
26 maart
Maak de opdrachten online  van woordenschat.
Let op: je hebt hier twee lessen de tijd voor. 
Deze les moet af zijn op 31 maart. 
Wat heb je geleerd: 
Volgende les:  leesles 
Volgende les 27 maart 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Instructie geven 
de woordstrategie: zoek een tegenstelling 
Theorie 
controle vragen 
Nederlands
26 maart
Maak de opdrachten online  van woordenschat.
Let op: je hebt hier twee lessen de tijd voor. 
Deze les moet af zijn op 31 maart. 
Wat heb je geleerd: 
Volgende les:  leesles 
Volgende les 27 maart 

Slide 1 - Diapositive

Tegenstellingen

Slide 2 - Diapositive

TEGENSTELLING

Tegenstelling zijn woorden die elkaars tegengestelde zijn. Soms kun je de betekenis van een onbekend woord raden, omdat de tegenstelling van dat woord in de tekst staat.


Woorden als maar, echter, toch en daarentegen geven aan dat er een tegenstelling wordt genoemd.


Slide 3 - Diapositive

Welke tegenstellingen ken je?

Slide 4 - Question ouverte

langzaam
zorgen dat je lucht binnen krijgt
het hoogst haalbare, het uiterste
hetzelfde
iets groter maken
blijvend, vast
traag
inademen
maximaal
identiek
vergroten
permanent

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo

Tegenovergestelde van "rijk"

Slide 7 - Question ouverte

Het figuur is asymmetrisch.
Tegenovergestelde van asymmetrisch:
A
rond
B
aan beide kanten gelijk
C
aan beide kanten ongelijk
D
vierkant

Slide 8 - Quiz

Tegenovergestelde van "zwaar"

Slide 9 - Question ouverte

Lees de theorie op blz 114
                         Kijk ook voor de zekerheid het theoriefilmpje op                            Nieuw Nederlands bij woordenschat

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maak de opdrachten bij woordenschat

De hoeveelheid opdrachten staat gelijk aan twee lessen. 
Verspreid het over een aantal dagen. 

Slide 11 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Question ouverte

Klaar met woordenschat

Lees in je leesboek

Leesboek uit?  
 Op Google Classroom   een nieuwe opdracht voor je leesboek klaar.

Slide 13 - Diapositive