Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
samengestelde zinnen
samengestelde zinnen
Van twee zinnen één zin maken.
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
samengestelde zinnen
Van twee zinnen één zin maken.
Slide 1 - Diapositive
Van twee zinnen kun je één zin maken:
Met een
voegwoord
er tussen:
en
maar
wat
of
Slide 2 - Diapositive
nog meer voegwoorden:
omdat
als
Slide 3 - Diapositive
Twee zinnen met
en
,
want
,
maar
,
of, dus
:
Er verandert niets aan de volgorde van de zin.
voorbeeld 1:
en
De woonkamer
is
groot.
De keuken
is
nieuw.
De woonkamer
is
groot en
de keuken
is
nieuw.
Slide 4 - Diapositive
voorbeeld 2:
want
Ik
ga
niet naar school.
Ik
heb
vakantie.
Ik
ga
niet naar school, want
ik
heb
vakantie.
Slide 5 - Diapositive
voorbeeld 3:
maar
Zij
hebben
geen tuin.
Hun huis
heeft
een klein balkon.
Zij
hebben
geen tuin, maar
hun huis
heeft
een klein balkon.
Slide 6 - Diapositive
voorbeeld 4:
of
Ik
ga
naar Duitsland op vakantie.
Ik
blijf
thuis.
Ik
ga
naar Duitsland op vakantie of
ik
blijf
thuis.
Slide 7 - Diapositive
voorbeeld 5: dus
Ik
ben
ziek.
Ik
ga
naar de dokter.
Ik
ben
ziek, dus
ik
ga
naar de dokter.
Slide 8 - Diapositive
Ik heb mooie nieuwe schoenen. Ik ben heel blij. (en/maar/want/of/dus)
Slide 9 - Question ouverte
De hond blaft. De kat miauwt. (en/maar/want/of/dus)
Slide 10 - Question ouverte
Het regent de hele dag. Ik ga toch op de fiets. (en/maar/want/of/dus)
Slide 11 - Question ouverte
Ik doe een regenjas aan. Het regent hard. (en/maar/want/of/dus)
Slide 12 - Question ouverte
De bus stopt vlakbij school. Ze gaat altijd op de fiets. (en/maar/want/of/dus)
Slide 13 - Question ouverte
Ze gaat op de fiets. Ze neemt de bus. (en/maar/want/of/dus)
Slide 14 - Question ouverte
andere voegwoorden
Bij alle andere voegwoorden verandert de volgorde.
De persoonsvorm gaat naar achteren.
Voorbeeld 1:
omdat
Ik
ga
niet naar school.
Ik
heb
vakantie.
Ik
ga
niet naar school omdat
ik
vakantie
heb
.
Slide 15 - Diapositive
voorbeeld 2:
als
Ik
ga
naar Italië.
Het
is
vakantie.
Ik
ga
naar Italië, als
het
vakantie
is
.
Slide 16 - Diapositive
Benjamin wil naar Rotterdam. Zijn familie woont daar. (omdat/als)
Slide 17 - Question ouverte
We halen de bus. We lopen snel. (omdat/als)
Slide 18 - Question ouverte
Mijn broertje gaat naar school. Hij is vier jaar. (omdat/als)
Slide 19 - Question ouverte
Ik koop een ijsje, ____ het warm is.
A
omdat
B
want
Slide 20 - Quiz
Ik koop chocola, _____ dat vind ik lekker.
A
omdat
B
want
Slide 21 - Quiz
Ik woon in Nederland, omdat _____
Slide 22 - Question ouverte
Hij stuur een kaartje, als _____
Slide 23 - Question ouverte
Zij gaat naar de dokter, want _____
Slide 24 - Question ouverte
Ik ben blij, als _______
Slide 25 - Question ouverte
Er is vandaag geen les, omdat _____
Slide 26 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
samengestelde zinnen
il y a 11 jours
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
voegwoorden/samengestelde zinnen
Juin 2023
- Leçon avec
30 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
14 juni herhaling
Juin 2023
- Leçon avec
54 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
Groep 5-6 | taal | voegwoorden
Août 2024
- Leçon avec
47 diapositives
par
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E
Samengestelde zinnen_het verkeer_paars
Janvier 2024
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Voegwoord
Mars 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Voegwoorden - makkelijk en moeilijk.
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Voegwoorden - makkelijk en moeilijk.
il y a 5 jours
- Leçon avec
31 diapositives
NT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4