Macht - influencers - weerstand

Macht
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
PsychologieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Macht

Slide 1 - Diapositive

Macht 
Heeft invloed op: 
1. wie de macht ondergaat 
2. het gedrag van de persoon die de macht heeft
=> gebeurt vaker dat iemand met macht of verantwoordelijkheid die macht misbruikt. 

Slide 2 - Diapositive

Lees de alinea op blz 29 en haal er de kenmerken van macht uit. Noteer ze hier

Slide 3 - Question ouverte

Kenmerken van macht
1. Het eigenbelang meer vooropstellen
2. Gedraagt zich egocentrischer
3. Is actiever, neemt sneller risico's en wordt beter in het zoeken naar oplossingen 
4. Anderen worden vaker gezien als middel om een doel te bereiken

Slide 4 - Diapositive

Dacher Keltner (1962) 
experiment: koekiemonsterexperiment

Op basis van toeval groepjes van 3 personen
Door loting is één iemand de leider
Uitvoeren saaie opdracht, ondertussen krijgen ze een schaal met koekjes

Filmpje stoppen op 1.27 en opdracht laten maken 

Slide 5 - Diapositive

6

Slide 6 - Vidéo

Lees het artikel op blz 30 en los de vragen digitaal op classroom op. Je dient het ook direct in. 

Slide 7 - Diapositive

Influencers

Slide 8 - Diapositive

Wat is je zelfbeeld?

Slide 9 - Carte mentale

Zelfbeeld 
1. Zelfkennis 
2. Zelfwaardering 

Slide 10 - Diapositive

Sociale media vs zelfbeeld
Uit een onderzoek van 2015 blijkt dat hoe meer tijd er gespendeerd werd aan socialemediaplatformen en hoe meer sociale media platformen gebruikt werden => hoe lager het lichaamsbeeld was. 

Instagram => angst en depressie stijgt bij jongeren 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Je leest het artikel op blz en beantwoordt de vragen 32

Slide 13 - Diapositive

Commerciële invloed

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Lees het artikel op blz 35 en los de vragen op. 

Slide 16 - Diapositive

Sociaal gedrag 
1. Prosociaal gedrag 
2. Antisociaal gedrag (discriminatie, racisme, seksisme)
3. Sociale cognitie (eerste indruk, causale attributies, sociale categorisering, hardnekkige meningen)
4. Sociale beïnvloeding (groepsprocessen, conformisme, gehoorzaamheid, macht, influencers, weerstand bieden) 

Slide 17 - Diapositive

Weerstand bieden aan beïnvloeding
Als ons informatie bereikt die tegen onze attitudes ingaat, hebben we de neiging om weerstand te bieden. 
Door: 
1. argumenten zoeken die onze attitude ondersteunen 
2. de bron in vraag stellen

Slide 18 - Diapositive

Experiment Freedman&Sears
Middelbare studenten, inspraak auto rijden. Sommigen werden gewaarschuwd 2 tot 10 min op voorhand, anderen niet. 
=> Verrast werden => instemmen 
=> gewaarschuwd => gaan minder instemmen 

Slide 19 - Diapositive

Verklaringen 
1. Ze beschouwden de voorgaande info als een reden om niet mee te gaan met de spreker. 
2. De proefpersonen konden zich al beschermen door tegenargumenten te zoeken. 

Slide 20 - Diapositive

Attitudevaccinatie 
McGuire vergeleek dit met het vaccineren tegen ziektes => attitudevaccinatie 

Slide 21 - Diapositive

3 manieren om te weerstaan
1. onafhankelijkheid 
2. assertiviteit 
3. trotseren 

Slide 22 - Diapositive

1. Onafhankelijkheid
Je kan ook een onafhankelijke positie innemen in plaats van te conformeren. 
Risico: je kan gestraft of uitgesloten worden

Historische figuren: Ghandi, Darwin, Jeanne d'Arc

Slide 23 - Diapositive

2. Assertiviteit





Evassief gedrag = uitvluchten zoeken om geen contact met de ander te moeten hebben

Slide 24 - Diapositive

Voorbeeld: Je vrienden willen naar een feest waar je je niet comfortabel bij voelt, maar je gaat toch mee omdat je niet durft te zeggen dat je liever niet gaat. Je zegt bijvoorbeeld met een zachte stem: “Nou, als jullie echt willen, ga ik wel mee, denk ik...”
A
Subassertief gedrag
B
Evasief gedrag
C
Assertief gedrag
D
Agressief gedrag

Slide 25 - Quiz

Voorbeeld: Je vrienden willen je overtuigen om te roken, maar je antwoordt vastberaden en beleefd: “Ik waardeer dat jullie mij uitnodigen, maar ik kies ervoor om niet te roken. Het past niet bij mijn waarden en ik voel me er niet prettig bij.”
A
Subassertief gedrag
B
Evasief gedrag
C
assertief gedrag
D
agressief gedrag

Slide 26 - Quiz

Voorbeeld: Als iemand je probeert over te halen iets te doen wat je niet wilt, zou je agressief kunnen reageren door boos te zeggen: “Wat snap je niet aan ‘nee’? Laat me met rust en ga weg!”
A
subassertief gedrag
B
Evasief gedrag
C
Agressief gedrag
D
Assertief gedrag

Slide 27 - Quiz

Voorbeeld: Je ontwijkt de vraag wanneer vrienden aandringen om iets te doen dat je niet wilt, door het gesprek te verplaatsen naar een ander onderwerp of een smoes te verzinnen: “Ik weet niet zeker of ik dat wil... Oh, hebben jullie al gehoord van dat nieuwe café in de stad?”
A
Subassertief gedrag
B
Agressief gedrag
C
Evasief gedrag
D
Assertief gedrag

Slide 28 - Quiz

3.Trotseren
Hollander onderzocht hoe proefpersonen uit het Milgramexperiment konden stappen. 
3 tactieken werden gebruikt: 
1. de proefpersonen praatten tegen de leerling, het slachtoffer
2. De proefpersonen spraken de proefleider aan op zijn verantwoordelijkheid
3. de proefpersonen weigerden om verder te gaan

Slide 29 - Diapositive

Meer empathie voor de leerlingen en maakten daarom gebruik van: 
- communicatie 
- confrontatie 
- verzet

Iedereen gebruikte deze tactieken omdat ze allen wilden stoppen. De leerlingen die er ook effectief mee stopten, pasten ze vaker toe. 

Slide 30 - Diapositive

00:10
Frontale lob
De frontale lob speelt een grote rol bij empathie.

Slide 31 - Diapositive

00:13
Wat was empathie nu weer?

Slide 32 - Carte mentale

00:18
Frontale lob 
Kelner ontdekte dat proefpersonen die macht toebedeeld kregen, zich anders gingen gedragen. Ze gingen zich gedragen net als mensen bij wie de frontale lob in de hersenen niet optimaal werkt. 

Slide 33 - Diapositive

00:56
Wie dus de leiding in handen heeft, verliest dus de voeling met anderen
is minder empathisch 
en reageert vaak impulsiever

Slide 34 - Diapositive

01:26
Wat zal er gebeuren?

Slide 35 - Question ouverte

01:37
Hoe kun je dat verklaren?

Slide 36 - Question ouverte