Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
1.4 Rekenen aan reacties
VWO 4, paragraaf 1.4
Shriften, pennen & rekenmachines op tafel
Laptops (dicht)
Slide 1 - Diapositive
Deze les
Leerdoelen
Voorkennis / herhaling
Uitleg
Samen oefenen
Poster opdracht
Eigen werk (opgave 4 + 7 van H1.4)
Slide 2 - Diapositive
Leerdoel
Je kan rekenen met reactievergelijkingen, waarbij je gebruikmaakt van molverhoudingen
Slide 3 - Diapositive
Voorkennis
Reactiegeverlijkingen opstellen
Slide 4 - Diapositive
Wat is de reactievergelijking van het produceren van waterstof (H2) en zuurstof (O2) uit water (H20)?
A
2 H2 + O2 → 2 H2O
B
2 H2O → 2 H2 + O2
C
H2O → H2 + O2
D
2 H2O → H2 + O2
Slide 5 - Quiz
Wat is de reactievergelijking van het produceren van waterstof (H2) en zuurstof (O2) uit water (H2O)?
Water → Waterstof + zuurstof
H2O → H2 + O2
2 H2O → 2 H2 + O2
Slide 6 - Diapositive
Reactievergelijkingen Opstellen
1. Reactieschema (met woorden) opstellen
2. Van reactieschema naar formules
3. Kloppend maken
4. Vereenvoudigen
(Kleinste verhouding, met gehele getallen)
5. Controleren
Slide 7 - Diapositive
Wat is de molverhouding bij fotosynthese? Reactievergelijking:
A
2 : 2: 6 : 12 : 6 : 2
B
6 : 6 : 0 : 6
C
6 : 6 : 1 : 6
D
1 : 1 : 1 : 1
Slide 8 - Quiz
Bereken hoeveel mol CO2 nodig is om 5 mol glucose te produceren. Reactievergelijking:
A
5 mol
B
30 mol
C
6 mol
D
32 mol
Slide 9 - Quiz
Laptops uit
Slide 10 - Diapositive
Uitwerking
6 mol : 6 mol : 1 mol : 6 mol
? mol : 5 mol
Dus 5 x 6 = 30 mol CO2 nodig
Slide 11 - Diapositive
Molverhouding
De verhouding waarin de moleculen in een reactie reageren is altijd hetzelfde.
Fotosynthese:
= 6 mol : 6 mol : 1 mol : 6 mol
Slide 12 - Diapositive
Molverhouding
= stoichiometrische verhouding
De molverhouding waarin de beginstoffen met elkaar reageren en reactieproducten ontstaan kun je afleiden uit de coëfficiënten in de reactievergelijking.
Noteer & leer
Slide 13 - Diapositive
7 Stappenplan rekenen aan reacties
Stel de reactievergelijking op
Welke stof is gegeven en welke stof wordt gevraagd?
Leidt uit de reactievergelijking, de molverhouding af
Bereken de hoeveelheid mol van de gegeven stof
Bereken vanuit 3. en 4., de hoeveelheid mol van de gevraagde stof
Reken de gevraagde stof om naar de massa in de gewenste eenheid