Kunstgeschiedenis - Dada

Dadaïsme
  • 1916-1923

  • Tijdens WOI ontstaan in neutrale Zürich. 
  • Dada is babytaal, Frans voor ‘stokpaardje’, een onzinwoord.
  • Zien de oorlog als het einde van de Westerse beschaving en vragen zich af wat kunst nog betekent in zo’n wereld.
  • Dachten dat rationaliteit en vooruitgang de oorlog hadden veroorzaakt. 

“De kunst is dood. Leve dada.”
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Dadaïsme
  • 1916-1923

  • Tijdens WOI ontstaan in neutrale Zürich. 
  • Dada is babytaal, Frans voor ‘stokpaardje’, een onzinwoord.
  • Zien de oorlog als het einde van de Westerse beschaving en vragen zich af wat kunst nog betekent in zo’n wereld.
  • Dachten dat rationaliteit en vooruitgang de oorlog hadden veroorzaakt. 

“De kunst is dood. Leve dada.”

Slide 1 - Diapositive

Vervreemding
  • Bizarre en absurde voordrachten.
  • Experimenteel van karakter.
  • Ter bespotting van de gangbare idealen van de cultuur en van de kunst.  
  • Multidisciplinair, naast beeldende kunst ook literatuur, theater en muziek. 
  • Vreemde kostuums,
      simuultaangedichten
      klankgedichten.





Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Welke uitspraak over Dadaïsme is waar?

A
Dada streeft naar een nieuwe maatschappij.
B
Dada gelooft niet meer in de maatschappij en kunstwereld.
C
Dada gelooft in technologie en vernieuwing.
D
Dada is gericht op amusement en vermaak.

Slide 4 - Quiz

Urinoir
  • In 1917 wordt “Fontein” ingezonden voor een tentoonstelling door R. Mutt. 
  • Geclaimd door Marcel Duchamp
    (Eigenlijk Elsa von Freytag-Loringhoven).
  • Discussie over “Wat is kunst?”
  • Ready-made
  • Het concept (idee) is belangrijker dan het object of de naam van de kunstenaar.
  • Uitgeroepen tot invloedrijkste kunstwerk van de 20e eeuw. 


Slide 5 - Diapositive

Provoceren
  • Dada maakt kunst belachelijk, antikunst.
  •  L.H.O.O.Q. = “Elle a chaud au cul” (ze heeft een hete kont).
  • Dada-kunstenaars veroorzaken schandalen en roepen weerstand op in de kunstwereld. Publicaties worden verboden en een tentoonstelling wordt gesloten.
  • Rond 1920 raakt het publiek er aan gewend, waardoor de dada-acties hun effect verliezen. 


Slide 6 - Diapositive

Wat past niet bij het dadaïsme?
A
Collage, montage, ready made, en klankgedichten.
B
Wereldbeeld vol idealen en geloof in een betere maatschappij.
C
Chaos creëren: antiburgerlijk, cultuurkritiek en antikunst.
D
Reactie op ontreddering na WOI.

Slide 7 - Quiz

Verknipt
  • Bij Dada wordt er veel gebruik gemaakt van tekst en collages. 
  • Invloed kubisme en constructivisme.
  • Hannah Höch wordt door mannelijke Dada-collega's niet serieus genomen. 
  • Kritiek op maatschappij (oude en nieuwe Duitse machthebbers).
  • Chaotische compositie past bij de tijdgeest van onrust. 

Slide 8 - Diapositive

Dada
Fotomontages
Verknippen van herkenbare foto's is een ideaal 
middel om commentaar te geven op de actualiteit.

Slide 9 - Diapositive

  • Elke vorm van schoonheid wordt opzettelijk
     verworpen.
  • Toeval speelt een belangrijke rol. 
  • Object trouvé = gevonden voorwerp
  • Kurt Schwitters

Slide 10 - Diapositive

  • Assemblage
  • Object trouvé
  • Naast kritiek op kunst ook op de maatschappij.
  • Raoul Hausmann is de theoreticus en   schrijver van de Berlijnse Dadagroep.
  • “Mechanisch hoofd” => mens steeds afhankelijker van apparatuur, we worden robotachtig.

Slide 11 - Diapositive