werkwoordspelling bijles

bijles werkwoordspelling
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

bijles werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Ken je het schema?
Dat is een vereiste!

Slide 2 - Diapositive

Iedereen ..... (ontbloten) het hoofd, toen de begrafenisstoet ...... (passeren)

Slide 3 - Question ouverte

..... (vinden) jij deze oefeningen moeilijk?

Slide 4 - Question ouverte

Het lijkt erop dat het pand in zijn geheel ..... (afbranden).

Slide 5 - Question ouverte

De .... (vermoorden) portier werd onderaan de trap aangetroffen.

Slide 6 - Question ouverte

De door vandalen .... (stichten) brand heeft het pand volledig ..... (ruïneren).

Slide 7 - Question ouverte

Toen de griep ..... (ontaarden) in een longontsteking .... (kosten) het veel moeite hem in het ziekenhuis te krijgen.

Slide 8 - Question ouverte

De arts ...... (diagnosticeren, tt) hem snel en vakkundig.

Slide 9 - Question ouverte

De stad werd volledig .... (verwoesten)

Slide 10 - Question ouverte

De leerlingen ...... (raden, vt) hem aan om goed op te letten.

Slide 11 - Question ouverte

Het wordt sterk ..... (aanraden) om goed op te letten

Slide 12 - Question ouverte

Iedereen ... (praten, vt) door elkaar.

Slide 13 - Question ouverte

Hij was zeer ..... (verbazen) over de resultaten.

Slide 14 - Question ouverte

Dat resultaat ..... (verbazen, tt) me niets

Slide 15 - Question ouverte

De conciërge .... (bonzen, vt) hard op het raam.

Slide 16 - Question ouverte

De bliksemflits .... (verlicht, vt) de kamer.

Slide 17 - Question ouverte

De ...... (verlichten) kamer deed eng aan.

Slide 18 - Question ouverte

Morgen ...... (worden) de examenuitslag ....... (bekendmaken).

Slide 19 - Question ouverte

De uitslag werd door haar .... (vrezen).

Slide 20 - Question ouverte


Slide 21 - Question ouverte

Er werden door haar vader aardig wat sigaretten .... (wegpakken)

Slide 22 - Question ouverte