14.2 Voedsel produceren 2022

Voedsel produceren
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Voedsel produceren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning periode
Week 19 -->  14.2 Voedsel produceren
Week 20 --> 14.3 Vervuiling
Week 21 --> Hemelvaart
Week 22--> 14.4 Duurzaam kiezen
Week 23 -->  Werken aan ontwerp
Week 24 -->  Afronden ontwerp en voorbereiden presentatie 
Week 25 --> Toetweek Ontwerp presenteren

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning deze week
- Terugblik duurzaamheid opdrachtjes 
- Instructie 14.2 
- Opstarten Eindopdracht duurzaamheid
- Toets inzage, voortplanting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Je weet meer over Nederlandse agrarische bedrijven.
Je snapt wat er speelt in de stikstofcrisis. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie maken ons voedsel
grondstoffen voor voedsel of direct eetbare procucten
kost veel ruimte

Slide 5 - Diapositive

zoals tarwe voor brood
zoals aardappelen
meer dan de helft van de grond in Nederland wordt door boeren gebruikt
Wie maken ons voedsel?
Bijna al ons voedsel komt van agrarische bedrijven. Deze bedrijven produceren de grondstoffen die later verwerkt worden tot voedsel. Deze bedrijven zijn in te delen in 3 groepen:
  • Akkerbouwers - Voedingsgewassen (aardappel, graan, mais)
  • Tuinbouwers - Groente en Fruit
  • Veehouders - Vlees, melk, eieren of wol

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

akkerbouw
tuinbouw
veehouderij

Slide 7 - Question de remorquage

3 soorten agrarische bedrijven
welke producten maken ze?
Het eten van buitenlandse voedingsmiddelen heeft gevolgen. Bedenk 2 van die gevolgen.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemengd bedrijf
Bedrijven van vroeger

Slide 9 - Diapositive

vroeger ander soort agrarisch bedrijf: gemengd: akkerbouw en veeteelt -> gesloten kringloop
waarom is dat duurzaam?
meer voedselproductie nodig voor toenemende bevolking en export
efficiënter werken en specialiseren

monocultuur
intensieve veehouderij / 
Bioindustrie 
Moderne agrarische bedrijven 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de voordelen van intensieve veehouderij voor de boer?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbrengst verhogen
* Akkerbouwers gebruiken mest (dierlijke- kunst mest) om de opbrengst van akkers te verhogen. In de mest zitten mineralen voor de groei. 
* Veehouders geven hun dieren krachtvoer. Dat is voer met extra eiwit en mineralen, waardoor het veel sneller goeit. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekte en besmetting voorkomen
Gewasbeschermingsmiddelen tegen plagen
Goede hygiëne om besmetting te voorkomen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het juist belangrijk in de monocultuur en intensieve veehouderij om ziekte te voorkomen?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Supergewassen en supervee
Akkerbouw: Kruizen van rassen met gunstige eigenschappen 
In de akkerbouw heet dat veredelen
In de veehouderij heet dat fokken

Slide 16 - Diapositive

bijvoorbeeld 1 plant met grotere vruchten, andere plant die sappiger is
kruisen zodat je grote en sappige vruchten krijgt
0

Slide 17 - Vidéo

gemengd bedrijf
dat zou ook op grote schaal kunnen
is ook een duurzame oplossing
Verder
Deze week ivm hemelvaart geen duurzaamheidsopdracht

Volgende week gaan we het hebben over de regels die zijn gemaakt voor boeren en waarom die er zijn

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten regels voor de boeren

Voor het welzijn van dieren
Voor gewasbeschermingsmiddelen
Voor mestproductie en bemesting

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maatregelen dierenwelzijn
In de intensieve veehouderij kunnen de dieren vaak hun natuurlijke gedrag niet vertonen (scharrelen naar voedsel, stofbaden nemen). 
Dieren die hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen, gaan zich abnormaal gedragen (pikken, staart afbijten). 
Om dit te voorkomen zijn er regels voor dierenwelzijn. 
Dieren moeten onder andere een minimale hoeveelheid ruimte en licht hebben. 
Denk jij na over dieren welzijn wanneer je eieren koopt? 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologisch pluimvee

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ruimte
licht
scharrelen
zichzelf kaal pikken
abnormaalgedrag
natuurlijk gedrag

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maatregelen gewasbeschermingsmiddelen
Omdat gif veel schade kan aanbrengen in de natuur, zijn er strenge regels voor gewasbeschermingsmiddelen. Er zijn twee eisen:
  1. De middelen werken selectief: Ze doden zo veel mogelijk alleen de plaagorganismen. 
  2. De middelen zijn biologisch afbreekbaar: Bacterien en schimmels kunnen het middel afbreken. 

Slide 25 - Diapositive

werken zoveel mogelijk alleen op plaagorganismen
blijven niet lang in bodem
Gifophoping wanneer het gif te lang in de bodem blijft. 

Slide 26 - Diapositive

in de bodem
opgenomen door planten
in voedselketen
de volgende 3 opdrachten gaan over deze afbeelding

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 2 plaagdieren vreten de bladeren aan?
A
lieveheersbeestje
B
rups
C
koolmees
D
bladluis

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welke 2 eisen moet het gewasbeschermingsmiddel om de bieten te beschermen voldoen?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vroeger gebruikten boeren middelen die niet aan deze eisen voldeden. In welke dieren hoopt het gif zich het meeste op?
A
lieveheersbeestje
B
rups
C
koolmees
D
sperwer

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maatregelen bemesting
  • Boeren mogen niet meer mineralen op het land brengen dan hun gewassen op kunnen nemen. Daarom houden ze nauwkeurig een 'mineralenboekhouding' bij. 
  • Boeren mogen de mest niet over het land
    verspreiden, maar moeten het met machine
    in de grond spuiten. Dat heet mestinjectie

Slide 31 - Diapositive

mineralenboekhouding: niet meer mineralen in grond stoppen dan planten kunnen opnemen
Mest
Mestoverschot zorgt voor 
  1.  vermesting: te veel mineralen in de bodem
2. verzuring: verzuren van de bodem waardoor planten en dieren verdwijnen

Slide 32 - Diapositive

mestoverschot: meer mestproductie veehouderij dan nodig voor bemesten akkers en weilanden
overbemesting: als er te veel mest over het land wordt verspreid
0

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Stikstofcrisis? 

Stikstof/distikstof (symbool N2) zelf is niet giftig. De lucht bestaat zelfs voor 80% uit stikstof. 

Wat wel schadelijk is is ammoniak (NH3), uitgestoten door dieren en stikstofoxide (NOx) uitgestoten door o.a. fabrieken en auto's. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermesting/eutrofiëring
Overschot aan mineralen uit mest in de grond, gaat naar grondwater, komt in natuurgebieden en oppervlaktewater
gevolgen: 

Slide 35 - Diapositive

in natuurgebieden zal ene plant beter groeien en gaan woekeren, andere verdwijnen want kunnen niet goed tegen mest, daarmee verdwijnen ook diersoorten
plaatje: heide maakt plaats voor hoog gras
in oppervlakte water ontstaat waterbloei: algen groeien snel waardoor sloot of plas dichtgroeit, sterven na een tijd, afgebroken door bacteriën waardoor zuurstoftekort ontstaat -> alle dieren gaan dood

Verzuring
In dierlijke mest zit het stinkende gas ammoniak. Dit gas veroorzaakt op twee manieren verzuring in de bodem. 
  1. Ammoniak uit mest komt in de bodem. Hier zetten bacterien de ammoniak om in het stikstofmineraal nitraat en in de zure stof salpeterzuur. 
  2. Ammoniak uit mest komt in de lucht. Een deel daarvan komt bij neerslag weer op de bodem en wordt daar omgezet in salpeterzuur. 

Slide 36 - Diapositive

ammoniak is een gas in dierlijke mest
Een sloot die groen ziet van het kroos is een gevolg van verzuring
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

gevolg van eutrofiëring
Welke stof zit in mest die bijdraagt aan de verzuring
A
salpeterzuur
B
ammoniak
C
koolstofdioxide
D
fosforzuur

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit hoe door eutrofiëring/ vermesting de heide verdwijnt

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een uiteindelijk gevolg van zowel overbemesting als verzuring?

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions