4.3 argumenten voor de evolutie

Darwin had het over 'survival of the fittest'
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?

A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent
1 / 30
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Darwin had het over 'survival of the fittest'
Waar staat 'fittest' voor bij evolutie?

A
Dat je het best bent aangepast aan je omgeving
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is natuurlijke selectie?
A
De best aangepaste diersoort zal overleven en nakomelingen krijgen.
B
De geleidelijke ontwikkeling van diersoorten op aarde.
C
Het reconstrueren van organismen aan de hand van fossiele resten.
D
Het onderzoek naar de overeenkomsten in erfelijke eigenschappen.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld van natuurlijke selectie
(survival of the fittest)
van evolutie

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke term omschrijft de afbeelding hiernaast het beste?
A
Natuurlijke selectie
B
Isolatie
C
Variatie
D
Evolutie

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is evolutie?

A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fossielen ondersteunen de evolutietheorie omdat het overblijfselen zijn van de harde delen van een organisme.
Deze harde delen zitten in diepe oude aardlagen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

50.000 jaar oud gemummificeerd wolvenjong in het ijs gevonden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen ideale omstandigheid voor het ontstaan van een fossiel?
A
Aardverschuivingen
B
Vulkanisme
C
Warmte
D
Zeebodem

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de fossielen van aapmens 'Lucy' versteende overblijfselen van een organisme of afdrukken van organismen in gesteenten?
A
versteende overblijfselen van een organisme
B
afdrukken van organismen in gesteenten

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waardoor meestal alleen de skeletten en andere harde delen van organismen fossiliseren.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom er weinig fossielen van wormen worden gevonden.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

overeenkomst in bouw

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Analoge structuren






Verschillend bouwplan maar gelijke functie.

Slide 22 - Diapositive

Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Welke van deze organen vertonen veel overeenkomst in bouw?
A
De vleugel van de vleermuis en de poot van een reptiel
B
De vleugel van een vlinder en de poot van een reptiel
C
De vleugel van een vlinder en de vleugel van een vleermuis

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken vraag 20, 24, 25

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Rudimentaire organen

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen argument voor evolutie?
A
Fossielen
B
Overeenkomst in bouw bij organismen
C
Overeenkomst in DNA bij organismen
D
Overeenkomst in functie van lichaamsdelen van organismen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken vraag 21, 22, 26 en 27
Donderdag tijdens mentoruur bel ik: Finn, Karin, Steven, Mischa en Aleyna. Ik plan het gesprek in via Teams.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions