H.3 Woordenschat: vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Hoofdstuk 3
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3

Slide 1 - Diapositive

Woordenschat

Slide 2 - Diapositive

Weekdoelen
  • Je weet wat voorzetsels zijn
  • Je weet of werkwoorden een vast voorzetsel hebben
  • Je weet wat voorzetseluitdrukkingen zijn
  • Je kent de betekenis van de woorden en (voorzetsel)uitdrukkingen van de woordenlijst van deze paragraaf

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat voorzetsels zijn
  • Je weet wanneer werkwoorden een vast voorzetsel hebben
  • Je kunt voorzetseluitdrukkingen herkennen en je weet wat ze betekenen

Slide 4 - Diapositive

Noem een paar voorzetsels

Slide 5 - Carte mentale

Voorzetsels
  • kast- en/of feestwoorden
  • onder  de kast
      voor de kast
      naast de kast
      gedurende het feest
      na het feest 
      tijdens het feest


Slide 6 - Diapositive

vaste voorzetsels komen voor bij:
  • Werkwoorden:
      rekenen op, verlangen naar
  • ZN + werkwoord:
      bezwaar hebben tegen
  • BN + werkwoord:
      bang zijn voor

Slide 7 - Diapositive

Voorzetseluitdrukkingen
  • Woordcombinaties die je meestal door één woord kunt   vervangen:

  • In verband met --> door/wegens
  • Door middel van --> door/met

Slide 8 - Diapositive

Welk voorzetsel hoort er bij?
verliefd zijn
ergeren
houden
bemoeien
aan
op
achter
met
van
tegen

Slide 9 - Question de remorquage

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Yasmine is erg gehecht ... haar familie.
op
achter
met
van
tegen
aan

Slide 10 - Question de remorquage

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Is jouw voetbaltrainer ook zo trots ... zijn team?
op
achter
met
bij
tegen
aan

Slide 11 - Question de remorquage

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Docenten voelen zich erg betrokken ... hun leerlingen.
op
achter
met
bij
tegen
aan

Slide 12 - Question de remorquage

Zet het juiste voorzetsel in de zin.
Ik wil graag terugkomen ... deze beslissing.
op
achter
met
van
tegen
aan

Slide 13 - Question de remorquage

Opdrachten deze week
H.3 Woordenschat

Slide 14 - Diapositive

Ik weet wat voorzetsels zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Ik kan werkwoorden met een vast voorzetsel herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Ik herken voorzetseluitdrukkingen en weet wat ze betekenen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage