1.1 Organismen indelen

H1 organismen uit vier rijken
Les 1.1 Organismen indelen

lesboek blz. 8 - 13
werkboek blz. 9 - 15
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

H1 organismen uit vier rijken
Les 1.1 Organismen indelen

lesboek blz. 8 - 13
werkboek blz. 9 - 15

Slide 1 - Diapositive

Organismen

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Doel van de les
Je kan levende wezens herkennen a.d.h.v. de zes levenskenmerken.
Je kan organismen indelen in vier rijken.
Je kan een naam van een organisme opzoeken.
Je kan de Latijnse naam van een organisme uitleggen.

Slide 4 - Diapositive

Organismen

Overal om ons heen zijn organismen.

Organisme is een ander woord voor levend wezen.

Slide 5 - Diapositive

Wanneer leeft iets?

Slide 6 - Question ouverte

Zes levenskenmerken
voeden
groeien
ademen
uitscheiding (stoffen afgeven)
reageren (prikkels waarnemen en daarop reageren)
voortplanten

Slide 7 - Diapositive

Is huilen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Is ademhalen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Hoeveel levenskenmerken zijn er?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 10 - Quiz

Wat zijn de zes levenskenmerken?

Slide 11 - Question ouverte

Soorten
Niet alle levende wezens horen bij dezelfde soort. Ze vertonen wel dezelfde levenskenmerken maar dat betekent niet dat ze bij dezelfde soort horen.

Organismen horen bij dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 12 - Diapositive

Lijger

Slide 13 - Diapositive

Horen paarden en ezels tot dezelfde soort?

Slide 14 - Question ouverte

Ordenen
Een bioloog bestudeert dieren. Biologen hebben alle organismen in groepen ingedeeld. Het indelen van organismen in groepen noemen we ordenen.
Biologen kijken naar overeenkomsten en verschillen van organismen om ze in de goede groep in te delen.

Slide 15 - Diapositive

Cellen
Biologen ontdekten dat er vier soorten cellen zijn. Deze cellen vormen de basis van de ordening:
plantenrijk
dierenrijk
schimmelrijk
bacterierijk

Slide 16 - Diapositive

Dierenrijk
Het dierenrijk is ontzettend groot. Daarom hebben ze het dierenrijk nog eens onderverdeeld in acht groepen:

eencellige dieren - sponzen - holtedieren - stekelhuidigen - wormen - weekdieren - geleedpotigen - gewervelde dieren

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Gewervelde dieren
De groep gewervelde dieren is groot. Daarom wordt deze groep nog eens ingedeeld in vijf groepen:
vissen - amfibieën - reptielen - vogels - zoogdieren

Al deze dieren hebben een wervelkolom.

Slide 19 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een amfibie en een reptiel?

Slide 20 - Question ouverte

Determineren
Het opzoeken van een naam van een organisme noemen we determineren. 
Je kijkt naar het organisme en let op de kenmerken. Dus hoe het organisme er uit ziet.

Slide 21 - Diapositive

Zoekkaart

Slide 22 - Diapositive

Determineertabel

Slide 23 - Diapositive

Latijnse namen
Je kan namen van dieren of planten (flora) ook opzoeken in boeken. In deze boeken staat ook altijd een dubbele Latijnse naam bij. Bijvoorbeeld: Panthera leo

De eerste naam is de geslachtsnaam (achternaam + hoofdletter).
De tweede naam is de soortaanduiding (voornaam + kleine letter)

Slide 24 - Diapositive

Alle organismen hebben een Latijnse naam, de wetenschappelijk naam. Welk deel van de naam is de geslachtsnaam bij de Panthera tigris (de tijger)?
A
Panthera
B
tigris
C
Panthera tigris

Slide 25 - Quiz

Wat moet je doen?

Lesboek blz. 8 - 13 lezen
Werkboek blz. 9 - 15 opdracht 1 t/m 21 maken
Werkboek blz. 44 samenvatting les 1.1 maken

Slide 26 - Diapositive