Campus 2 Les 17 - Voorzetsels en voorzetselvoorwerpen in een zin onderzoeken

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Neem je boek

p. 155.

p.155

Markeer de fouten in hun e-mails en noteer de correcte combinaties bij a.

nrs. 1-11: Thomas

nrs. 12-23: Charlotte

je ogen 

sluiten

zich het hoofd breken

paf staan

gek zijn

op de hoogte 

zijn

bestand zijn

vat hebben

afkerig zijn

lak hebben

op je hoede 

zijn

een beroep 

doen

deel 

uitmaken

tegen

van

van

van

van

voor

voor

over

op

op

op

aan

Typ jouw antwoord op de volgende dia.

Wat merk je op bij oefening 4?

p.157

Maak oefening 3 p.157.

Vergelijk je antwoorden met je buur.

p.158

Welk voorzetsel past in de zin?
De kompasnaald wijst ... het zuiden.

Welk voorzetsel past in de zin?
Mijn mama wijst me ... mijn fouten.

Welk voorzetsel past in de zin?
Ik kom even terug ... onze afspraken.

Welk voorzetsel past in de zin?
Ik verschil vijf jaar ... mijn zus.

Welk voorzetsel past in de zin?
Dat verschilt nogal ... prijs!

Maak een zin met deze combinatie 'uitkijken voor'.

Maak een zin met deze combinatie 'tevreden zijn over'.

p.158

oefening c

- Ik kijk uit naar de vakantie.

- Ik kijk uit voor de vrachtwagen.

- Ik ben tevreden met mijn rapport.

- Ik ben tevreden over de frietjes op school.

Jij bent medeplichtig ... .

Sofie heeft recht ... .

Ik ben onder de indruk ... .

Studenten hebben baat ... .

Boris streeft ... .

met jouw probleem

aan moord

bij regelmaat

voor die functie

aan rust

op extra uitleg

tegen die berg vaat

naar perfectie

van jouw gedicht

iemand opzadelen

een beroep doen

commentaar hebben

iemand confronteren

gehecht zijn

aan

met

met

op

op

Oefening 8: Vul de zinnen aan.

a Je gaat me toch niet opzadelen ...

Oefening 8: Vul de zinnen aan.

a Je gaat me toch niet opzadelen met al dat werk.

Oefening 8: Vul de zinnen aan.

a Je gaat me toch niet opzadelen met al dat werk.

b We moeten wat vaker een beroep doen op de leerkracht.

Oefening 8: Vul de zinnen aan.

a Je gaat me toch niet opzadelen met al dat werk.

b We moeten wat vaker een beroep doen op de leerkracht.

c Waarom heb jij altijd commentaar op mijn haar?

Oefening 8: Vul de zinnen aan.

a Je gaat me toch niet opzadelen met al dat werk.

b We moeten wat vaker een beroep doen op de leerkracht.

c Waarom heb jij altijd commentaar op mijn haar?

d Dora confronteerde haar vriendin met haar leugen.

Oefening 8: Vul de zinnen aan.

a Je gaat me toch niet opzadelen met al dat werk.

b We moeten wat vaker een beroep doen op de leerkracht.

c Waarom heb jij altijd commentaar op mijn haar?

d Dora confronteerde haar vriendin met haar leugen.

e Yassin is erg gehecht aan zijn gsm.

Oefening 9 p.160
Wat is het gekleurde zinsdeel in zin a?

1. BWB
2. VZV
3. LV
4. MV

Oefening 9 p.160
Wat is het gekleurde zinsdeel in zin b?

1. BWB
2. VZV
3. LV
4. MV

Oefening 9 p.160
Wat is het gekleurde zinsdeel in zin c?

1. BWB
2. VZV
3. LV
4. MV

Oefening 9 p.160
Wat is het gekleurde zinsdeel in zin d?

1. BWB
2. VZV
3. LV
4. MV

Oefening 9 p.160
Wat is het gekleurde zinsdeel in zin e?

1. BWB
2. VZV
3. LV
4. MV

Maak nu de rest van oefening 9.

classroom.google.com