Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Welkom!
Programma:
- Mededelingen
- Vorige keer
- Leerdoelen
- 3.2 Het leven in het Romeinse Rijk +3.3
- Opdracht
- Afsluiting
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Invloed Latijn
Alias Aquaduct Bonus Campus Continent Dictator Salaris
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
De Romeinse samenleving
Het Romeinse Rijk is een agrarisch-stedelijke samenleving:
de meeste mensen leven op het platteland. Toch heeft de stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen.
De verschillen tussen de Romeinen zijn groot.
Slide 5 - Diapositive
Proletariërs
Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. Het woord komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.'
Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen: ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.
De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen.
Slide 6 - Diapositive
Slaven
Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen.
Er waren veel slaven in Rome: van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.
Slide 7 - Diapositive
Vrijgelatenen
Je kon als slaaf worden vrijgelaten. Als vrijgelatene ben je nog geen Romeins burger, dat worden je kinderen pas.
En op jouw grafsteen zal ook de letter 'L' staan, dat libertus betekent: vrijgelatene. Meestal stond de naam van je vroegere eigenaar erbij.
Sextus Maelius Stabilio, Vesinia Iucunda, en Sextus Maelius Faustus. Vermoedelijk man en vrouw (dat kun je zien aan het handschudden en de sluier) en hun zoon. Slaven mochten niet trouwens, vandaar dat dit echtpaar op latere leeftijd is getrouwd.
Slide 8 - Diapositive
Vrouwen in Rome
Romeinse vrouwen hadden meer rechten dan met vrouwen in bijvoorbeeld Athene.
Vrouwen mochten zich buitenshuis begeven, maar ze bezaten echter geen politieke rechten en konden vaak niet beschikken over hun eigen vermogen.
De Romeinen maakten prachtige mozaïeken. Dit mozaïek is de oudste afbeelding van vrouwen in bikini. Het was de vloer van een Romeinse villa op Sicilië (Italië), gebouwd in de derde eeuw na Christus.
Slide 9 - Diapositive
Brood en spelen
Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'. Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.
Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.
Slide 10 - Diapositive
Gladiatoren
Hoewel veel gladiatoren slaven zijn (geweest), zijn het echte sterren.
Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur.
Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Slide 13 - Diapositive
Romeinen onder de indruk van de Grieken
Kende de cultuur goed; Zuid-Italië had Griekse kolonies.
Uit bewondering namen de Romeinen dingen over van de Grieken:
Architectuur
Beeldhouwkunst
Dichtkunst
Goden
Slide 14 - Diapositive
De Romeinen waren erg goed in..
Wegen, bruggen en forten bouwen
Romeinse waterleidingen, centrale verwarmingssystemen en riolen waren in die tijd onovertroffen
Organiseren --> leger en bestuur
Romeinen ook bekend om hun wetgeving:
Romeins recht = Wetten in het Romeinse Rijk.
Slide 15 - Diapositive
Verspreiding cultuur
Grieks-Romeinse cultuur verspreid over delen Europa, Noord-Afrika, Midden-Oosten.
Veroverde gebieden: steden, legerkampen, landbouwbedrijven, tempels, badhuizen, wegen
Overwonnen volken hoefden cultuur niet over te nemen.
Toch had aanwezigheid Romeinen wel invloed.
Slide 16 - Diapositive
Koninkrijk?
De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.
En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De belangrijkste volken rondom het Romeinse Rijk tussen de 2e-5e eeuw
Hunnen
Angelen
Saksen
Vandalen
Visigoten
Ostrogoten
Slide 17 - Diapositive
Barbaren!
Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan.
De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros.
Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.
Slide 18 - Diapositive
Het Rijk in de problemen
Het gaat niet goed met het Romeinse Rijk: de keizers zijn vooral bezig met ruzies en feesten.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit schilderij is het derde deel van de serie heet Consummation (verorbering), en laat zien dat er vooral heel veel gefeest wordt.
Slide 19 - Diapositive
Het Rijk wordt gesplitst
395
Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld.
Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel.
In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad.
Beide rijken hebben een eigen keizer.
Slide 20 - Diapositive
Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw
...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken.
En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.
Slide 21 - Diapositive
Het West-Romeinse Rijk valt
476
Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen.
Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.
Slide 22 - Diapositive
Zelfstandig werken
Wat? Maken opdrachten paragraaf 2 & 3
Werkboek pagina: Online Tekstboek pagina: Online Opdracht: Alle opdrachten Hoe? In stilte! Hoe lang? Rest van de les. Hulp? Je mag de docent vragen stellen. Klaar? Neem nogmaals rustig de paragrafen door.