Palliatieve Zorg: Ondersteuning in de Laatste Levensfase

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Palliatieve Zorg: Ondersteuning in de laatste levensfase

Mensen die ongeneeslijk

ziek zijn, of door ouderdom

in de laatste fase van hun

leven zijn, kunnen talloze

vragen hebben. 

Doelstelling van de les

Aan het einde van de les zul je de vier (4) dimensies van palliatieve zorg kunnen benoemen en begrijpen 

Hoe samenwerking tussen professionals en vrijwilligers de ondersteuning kan verbeteren.

Wat weet je al over palliatieve zorg?

Palliatieve Fase en Vier Dimensies

Mensen in de palliatieve fase hebben vragen op het gebied van de Psyche (de geest of mentaal)

Gezondheid

Zingeving 

En de Sociale context.

Samenwerking en Ondersteuning

Samenwerking tussen professionals en vrijwilligers is essentieel om alle vragen in de palliatieve fase voldoende aandacht te geven.

- Complementaire vaardigheden (aanvullen)

- Continuïteit van zorg (aanvullen in tijd)

- Persoonlijke verbinding en empathie 

- Aanvulling op resources (meer mogelijkjheden) 

Lichamelijke Ondersteuning

Patiënten hebben vragen over pijnmanagement, behandelingen en hulp bij lichamelijke klachten.

Psychische Ondersteuning

Patiënten hebben behoefte aan ondersteuning bij verdriet, angst en somberheid en zoeken naar geschikte hulpverleners.

Ondersteuning

Emotionele ondersteuning bieden: Studenten kunnen ondersteunen door naar hen te luisteren, empathie te tonen en een veilige ruimte te bieden voor het uiten van emoties. 

Verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleners

Sociale Ondersteuning

Ondersteuning bij sociale activiteiten.

Financiële problemen, behoefte aan thuisblijven en het onderhouden van sociale contacten zijn belangrijke aspecten waar patiënten mee worstelen.

Zingeving en Inspiratie

Patiënten hebben vragen over hun eigen identiteit, wat er met hen gebeurt en wat hen inspireert in deze laatste levensfase.

Reflectie en Discussie

Reflecteer op wat je hebt geleerd en bespreek in groepen hoe je de ondersteuning in de palliatieve zorg kunt verbeteren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.