Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
§3.4 Stedelijke cultuur in Nederland
Slide 1 - Diapositive
1600-1700
Slide 2 - Diapositive
Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je:
verklaren waarom de stedelijke burgerij in Nederland rijker en machtiger was dan in andere landen
kenmerken van de Nederlandse schilderkunst benoemen
Slide 3 - Diapositive
De Nachtwacht
1638: Amsterdamse schutterij wilde een groepsportret.
Schutterij: gewapende burgerwacht die in de steden als een soort politie de orde bewaakte.
Ze wilden het aan de wand van hun nieuwe gebouw hangen.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat maakt de nachtwacht zo bijzonder?
Eerst: Keurig poseren in een rij
Rembrandt; een levendig schilderij;
De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren.
Slide 6 - Diapositive
Waarom heet het de Nachtwacht?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Er komen 4 quizvragen aan...
Over de komende lesstof
Slide 9 - Diapositive
Wie waren de opdrachtgevers voor de kunst in Nederland?
A
De kerk
B
De koning
C
De adel
D
De burgerij
Slide 10 - Quiz
In de omringende landen in de 17e eeuw, was kunst vaak alleen weggelegd voor de
A
Armen
B
Burgers
C
Boeren
D
Adel
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we de protestanten die uit Frankrijk naar de Republiek kwamen?
A
Huzaren
B
Hugonezen
C
Hugenoten
D
Hagenezen
Slide 12 - Quiz
Wat waren vooral onderwerpen van de kunst in Nederland?
Slide 13 - Question ouverte
Een burgerlijke cultuur
Kunst werd gekocht door:
In Europa: Koning, adel en de katholieke kerk
In de Republiek; geen koning, weinig adel en de katholieke kerk was verboden. Maar door;
Rijke burgers
Schilderijen van landschappen,stadsgezichten, kerkinterieurs en dagelijks leven
Slide 14 - Diapositive
Burgerlijke cultuur
Schilderijen, boeken en bouwkunst waren populair in de Republiek der Nederlanden
Er was wel gewetensvrijheid (recht op eigen opvattingen en geloof) maar geen volledige godsdienstvrijheid (b.v: geen katholieke kerken bouwen, wel schuilkerken)