communicatie

Communicatie 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Marketing & CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Communicatie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma:
  1. Wat is communicatie
  2. Soorten communicatie
  3. Communicatie Opdracht 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatie
Communicatie is het uitwisselen van informatie door middel van taal.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten communicatie

We bespreken twee soorten communicatie tijdens deze les

  1. Verbale communicatie (een boek, iemand bellen, fluiten...)
  2. Non verbale communicatie (een verkeersbord, lichaamstaal)


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatiemodel
  1. - boodschap
  2. - zender en ontvanger
  3. - medium
  4. - ruis

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Boodschap
De boodschap is de informatie die je met taal overbrengt. Die taal bestaat uit verbale en non-verbale onderdelen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij verbale communicatie?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

De non-verbale delen van taal zijn:
A
De intonatie, de mimiek en de lichaamstaal
B
De mimiek
C
De mimiek en de intonatie
D
De intonatie en de lichaamstaal

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Zender en ontvanger
Communicatie speelt zich af tussen minimaal 2 personen. Er is daarbij altijd sprake van een zender en een ontvanger.
  • Zender; degene die de boodschap in woorden omzet (formuleert).
  • Ontvanger; degene die de boodschap een betekenis geeft (begrijpt).

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zag je allemaal?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld van indirecte communicatie (ontvanger kan niet direct reageren).

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorbeelden van directe communicatie?
A
Een telefoongesprek
B
Een e-mail sturen
C
Een berichtje via WhatsApp sturen
D
Een face-to-face gesprek

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voordelen van directe communicatie?
A
Het kost te veel tijd
B
Er is ruimte voor vragen en verduidelijking
C
Er kan altijd iemand meeluisteren
D
Misverstanden worden voorkomen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Medium
Het medium is het middel om de boodschap over te dragen van de zender naar de ontvanger. 
Een medium wordt vaak gebruikt om een groot aantal ontvangers te bereiken.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Medium

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Ruis
Communicatie kan verstoord worden. Dan is er sprake van ruis. 
Er bestaan 2 soorten ruis;  
- interne ruis en externe ruis

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interne ruis; ontstaat door beperkingen van de zender of ontvanger
Externe ruis; het geluid van de boodschap komt niet goed door.
Slechte concentratie
Vermoeidheid
Langsrijdende trein
Slechte telefoonverbinding
Minder goede taalkennis

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

communicatie oefening
Ik praat jij tekent

Slide 21 - Diapositive

1. Er staat iemand voor je met een opvallende trui. De trui heeft namelijk grote mouwen. 

2. Op de trui staan lijnen 
Wat neem je mee uit deze les?

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions