Les 2 - 3PW2M en 4PW2M

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

                                           Welkom!

Les 2 van periode 2                                                                         Gesprekken voeren 3F

BOBO

Opbouw van deze les:

inleiding
- Planning en doelen van deze les benoemen.   

kern
 - Oefening mondelinge taalvaardigheid - samen oefenen met argumenten bedenken a.d.h.v. stellingen en daarna discussiëren.
 -  Wie of Wat ben ik?

slot Evaluatie van de les -> vragen?
 - Vraag van mij aan jullie.

Presentie in RAPiD tijdens lezen. 

Examen in voorlezen. (ontwikkeling gestimuleerd) <- jaar 2.

Doelen van deze les:

• Je kunt (ijzersterke) argumenten bedenken over een stelling.

• Je oefent met het overtuigen van de andere partij. 
•  Je oefent om voor een publiek te staan.

Een discussie

* interactie met elkaar
* elkaar met argumenten overtuigen

Een discussie voorbereiden:
 - informatie over het onderwerp verzamelen
 - argumenten bepalen

Een discussie voeren:
 - argumenten geven + reageren
 - kritisch luisteren
 - gespreksleider

Een discussie voeren

 - Standpunt verdedigen met argumenten en reageren op de argumenten van je gesprekspartner.

- Examenopdracht (10 dagen voor het examen via de mail)

- Thuis voorbereiden

- Examen Gesprekken Voeren 3F (leerjaar 2)

- In tweetallen

We gaan samen een discussie voeren over de stelling:

 - Een uur bewegen per dag moet standaard in het lesprogramma.

Ik heb jullie verdeeld in 2 groepen.  Groepje 1 is voor de stelling en groepje 2 tegen. Bedenk als groepje minimaal 3 (overtuigende) argumenten en licht ze toe. Stem ook af wie zometeen aan het woord is / zijn.  Over 5 minuten gaan we discussiëren. 

 

We gaan discussiëren!
De voorstanders van de stelling mogen beginnen.

We gaan samen een discussie voeren over de stelling:

 - Mcdonalds moet (lees)boeken weggeven bij een Happy Meal. 

Ik heb jullie verdeeld in 2 groepen.  Groepje 1 is voor de stelling en groepje 2 tegen.  Bedenk als groepje minimaal 3 (overtuigende) argumenten en licht ze toe. Stem ook af wie zometeen aan het woord is / zijn.  Over 5 minuten gaan we discussiëren. 

 

We gaan discussiëren!
De voorstanders van de stelling mogen beginnen.

Wie of wat ben ik?

Over het spel:

*  In groepjes van 5  (van vorige week).  Geef je groepje een leuke naam.
*  Alle groepjes gaan om de beurt ‘woorden in- en uitbeelden’ en de anderen uit het eigen groepje mogen het raden (30 sec. per kaartje). Als groepje kun je dus punten verdienen.
*  De student die gaat ‘in- en uitbeelden’ pakt een kaartje van de stapel. Daarop staat een woord die hij moet uitbeelden. Hij mag daarbij geen geluid maken!  
*  Het groepje dat de meeste punten heeft gescoord, heeft gewonnen (nadat iedereen twee keer een kaartje heeft gepakt).

Succes vandaag!

Wat vond je van de les?

Zijn er nog vragen?