Je kan voorbeelden noemen van abiotische en biotische factoren
Je kan voor een abiotische factor de tolerantiegrenzen, het optimum gebied en optimumwaarde van een organisme aflezen/uitwerken in een tolerantiecurve.
Je kan de wetenschappelijke naamgeving toepassen.
Je kan het uitleggen wat een soort is en hoe soorten worden geordend.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
7.1 Soorten
Leerdoelen:
Je kan voorbeelden noemen van abiotische en biotische factoren
Je kan voor een abiotische factor de tolerantiegrenzen, het optimum gebied en optimumwaarde van een organisme aflezen/uitwerken in een tolerantiecurve.
Je kan de wetenschappelijke naamgeving toepassen.
Je kan het uitleggen wat een soort is en hoe soorten worden geordend.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Biotische factoren
De invloed die een organisme heeft op een ander organisme.
Bijvoorbeeld vraat, ziekteverwekkers, concurrentie binnen de soort.
Slide 3 - Diapositive
Abiotische factoren
Factoren die een organisme/ populatie beïnvloeden uit de levenloze natuur.
Bijvoorbeeld temperatuur, regen, wind, zonlicht.
Elke soort heeft voor elke abiotische factor zijn eigen tolerantiegebied, binnen tolerantiegrenzen
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Optimumkromme
Voor elke abiotische factor kun je meten hoe de overlevingskans is van een bepaald organisme. Bijvoorbeeld temperatuur.
Slide 7 - Diapositive
Optimumkromme
Minumumwaarde - optimumwaarde - maximumwaarde
Slide 8 - Diapositive
https:
Slide 9 - Lien
Leg uit hoe dit een van de redenen kan zijn voor het verdwijnen van soorten door klimaatverandering?
Slide 10 - Question ouverte
Kunnen soorten 3 en 4 in hetzelfde gebied leven?
Slide 11 - Question ouverte
Wie heeft het grootste tolerantiegebied?
Slide 12 - Question ouverte
Wie heeft hoogste optimumtemperatuur?
Slide 13 - Question ouverte
Dieren die er hetzelfde uitzien zijn niet altijd van dezelfde soort, waarom niet?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Leg uit waarom de Bengaalse tijger en de Aziatische leeuw niet van dezelfde soort zijn, ondanks dat zij zich wel kunnen voortplanten.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Ondersoorten/ rassen
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Verschil domeinen
De domeinen van de Bacteriën en Archaea zijn altijd prokaryoot (geen celkern) en eencellig
Tot het domein van de eukaryoten (met celkern) behoren de schimmels, planten en dieren.
Binas 92A en 78
Slide 23 - Diapositive
https:
Slide 24 - Lien
https:
Slide 25 - Lien
Afronden 7.1
- Maak de opdrachten van par. 7.1
- Maak een begrippenlijst van par. 7.1
- Volgende les een formatieve toets over par. 7.1
- Nog vragen? Noteer ze in de voor volgende opdracht -->
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Behoren een hond en een wolf tot dezelfde soort? Leg uit.
Slide 28 - Question ouverte
Afronden 7.1
- Maak de opdrachten van par. 7.1
- Maak een begrippenlijst van par. 7.1
- Volgende les een formatieve toets over par. 7.1
- Nog vragen? Noteer ze in de voor volgende opdracht -->
Slide 29 - Diapositive
Hierover zou ik volgende les graag nog extra uitleg krijgen: