Thema 6, hoofdstuk 17

Thema 6, hoofdstuk 17
Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal en voedingsproblemen


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Thema 6, hoofdstuk 17
Aandoeningen aan het spijsverteringskanaal en voedingsproblemen


Slide 1 - Diapositive


Er staan 3 huizen in de brand. Eentje is gemaakt van riet, eentje van hooi en eentje van noedels.
Welke gaat de ambulance eerst blussen?

Slide 2 - Diapositive

Een ambulance blust niet…

Slide 3 - Diapositive

Waar gaat het deze les over:

Om goed te kunnen functioneren heeft het menselijk lichaam voeding, vocht (water) en zuurstof nodig. Voedsel komt via de mond het lichaam binnen. Daarna gaat verder het spijsverteringsstelsel in. Als cliënten een aandoening hebben aan het spijsverteringskanaal, kan dit van invloed zijn op het eten, drinken en de uitscheiding. Daarnaast zijn er cliënten met eetstoornissen. Als helpende heb je kennis van het spijsverteringsstelsel, de aandoeningen en eetstoornissen nodig om de juiste zorg te kunnen verlenen.

Slide 4 - Diapositive

Spijsverteringsstelsel

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Hierin malen je tanden en kiezen het voedsel fijn. Tijdens het kauwen scheiden de speekselklieren speeksel af. Je tong roert dit speeksel door het voedsel. In het speeksel zit een stof die met de vertering van zetmeel begint. De huig, die achterin je mond aan het gehemelte hangt, sluit tijdens het slikken je neusholte af. De huig wordt dan naar achteren en omhooggeduwd. Hierdoor komt er nooit eten in je neusholte. Als je het voedsel doorslikt, komt het in je slokdarm.
A
Tanden
B
Mond
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 7 - Quiz

Dit is een gespierde, elastische zak. Aan de binnenkant is dit bekleed met slijmvlies. Dit heeft de volgende functies:
-voedsel opslaan
-voedsel kneden
-eiwitten splitsen
-bacteriën in het voedsel doden
A
Maag
B
Slokdarm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 8 - Quiz

Dit is is zes meter lang. In dit deel van de darm komen de galbuis en de afvoergang van de alvleesklier uit. In de dunne darm zitten verschillende sappen die het voedsel verder verteren.
A
Dikke darm
B
Lever
C
Slokdarm
D
Dunne darm

Slide 9 - Quiz

Hierin wordt vooral water uit de onverteerbare voedselresten gehaald. Dit water gaat via de darmwand naar het bloed. Zo zorgt de deze darm ervoor dat je niet steeds dunne ontlasting hebt.
A
Mond
B
Maag
C
Dikke darm
D
Slokdarm

Slide 10 - Quiz

Dit is de grootste en zwaarste klier in je lichaam. Het is een heel belangrijk orgaan. Zonder kun je niet leven. Vanuit de dunne darm komen de gesplitste suikers en eiwitten hierin. Dit gebeurt via bloedvaten. Deze bewerkt deze voedingsstoffen en maakt ze geschikt voor de lichaamscellen om te gebruiken.
A
Lever
B
Dunne darm
C
Alvleesklier
D
Galblaas

Slide 11 - Quiz

Hazenlip en gespleten gehemelte
(aangeboren)
Een hazenlip en gespleten gehemelte zijn opvallende, aangeboren afwijkingen. 
Bij een hazenlip zijn de bovenlip en bovenkaak gespleten. Bij een gespleten gehemelte is daarnaast ook het gehemelte gespleten. 
Deze aandoeningen komen aan een zijde of aan beide zijden van de bovenkaak voor. Kinderen die hiermee geboren zijn, kunnen er al op jonge leeftijd aan geopereerd worden. Meestal zijn meerdere operaties noodzakelijk.

Slide 12 - Diapositive

Afgesloten slokdarm
(aangeboren)
Als de slokdarm is afgesloten, kan het voedsel niet naar de maag toe. Het voedsel komt dan in de longen terecht. Deze aandoening moet direct geopereerd worden.

Slide 13 - Diapositive

Afsluiting van de anus
(aangeboren)
Bij deze aangeboren aandoening is het laatste deel van de darmen afgesloten. Afvalproducten van de spijsvertering kunnen dan het lichaam niet verlaten. Ook hierbij is een operatie noodzakelijk.

Slide 14 - Diapositive

Nu de verworven aandoeningen...
Dus de aandoeningen die ontstaan na verloop van tijd
Groepjes maken en per aandoening uitzoeken op een poster:
- Maagzweer en dunne darmzweer
- Maagkanker 
- Ontsteking van de appendix
- Darmkanker
- Aambeien

Slide 15 - Diapositive

Volgende les..
Voedingsproblemen en eetstoornissen
Bijwerken met de opdrachten 
 

Slide 16 - Diapositive