Ontwikkelingsstimuleren periode 4 les 1

Ontwikkeling bij kinderen
Vak: Ontwikkeling stimuleren
Opdracht: B1-K1-W3 bereidt de uitvoeren van activiteiten voor.



1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Ontwikkeling bij kinderen
Vak: Ontwikkeling stimuleren
Opdracht: B1-K1-W3 bereidt de uitvoeren van activiteiten voor.



Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
- Waar denk jij aan?
- lesdoelen
- Ontwikkelfasen
  • Ontwikkelingsgebieden
  • Opdracht 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan bij
het woord 'ontwikkeling'?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen

  1.  De student kan aan het einde van de les de ontwikkelfase van een baby, peuter, kleuter, jonger en ouder schoolkind benoemen;
  2. De student heeft aan het van de les, door middel van een presentatie/mindmap, uit kunnen leggen wat de ontwikkelgebieden inhouden.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkeling
Er is sprake van een duurzame (blijvende) verandering;
Mensen ontwikkelen zich op drie manieren:
  1. Door te groeien: lichamelijke/fysieke groei;
  2. Door te leren: verwerken van theoretische, praktische en sociale kennis;
  3. Door rijping: volgorde waarin de ontwikkeling zich voordoet. Ouder worden. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zowel de aanleg als de omgeving hebben invloed op de ontwikkeling. Zoek de begrippen Nature en Nurture op. Noem een voorbeeld.

Slide 6 - Question ouverte

Nature (interne factoren)
Aangeboren, biologische factoren die bij de geboorte al aanwezig zijn. Dit is niet of moeilijk te veranderen.
Nurture (externe factoren)
Dit zijn de omgevings- en ervaringsfactoren van buitenaf.
bijv: opvoeding, fysieke omgeving, ingrijpende gebeurtenissen of ervaringen
Zowel de aanleg als de omgeving hebben invloed op de ontwikkeling.
Wat houdt het begrip nurture in?

Slide 7 - Question ouverte

Nurture (externe factoren)
Dit zijn de omgevings- en ervaringsfactoren van buitenaf.
bijv: opvoeding, fysieke omgeving, ingrijpende gebeurtenissen of ervaringen
Ontwikkelingsfactoren
  • Fysieke omgeving; 
  • Leefomstandigheden;
  • Opvoeding;
  • Verzorging. 

Slide 8 - Diapositive

Fysiek omgeving: huis, woonomgeving.
Leefomstandigheden: financiele middelen, buurt waar je woont, problematieken thuis.
Opvoeding: normen en waarden vanuit thuis.
Verzorging: het bieden van een verzorgende en beschermende omgeving. 
Sleep de juiste omschrijving naar de passende omgevingsfactor.
Fysieke omgeving
Leefomstandigheden
Opvoeding
Verzorging
Woning, buurt 
Inkomen ouder, media
Opvoed stijl van de ouders
Voldoende eten, zorg

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren bij de ontwikkeling
  • Kindfactoren;
  • Ouder- of gezinsfactoren;
  • Omgevingsfactoren. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De ontwikkelfase van een baby is:
A
0 tot 3 jaar
B
0 tot 1,5 jaar
C
0 tot 2 jaar
D
0 tot 1 jaar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ontwikkelfase van een peuter is:
A
2 tot 4 jaar
B
1,5 tot 4 jaar
C
1 tot 4 jaar
D
3 tot 4 jaar

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ontwikkelfase van een kleuter is:
A
4 tot 7 jaar
B
4 tot 6 jaar
C
4 tot 5 jaar
D
4 tot 8 jaar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ontwikkelfase van een jonger schoolkind is:
A
8 tot 10 jaar
B
6 tot 10 jaar
C
5 tot 12 jaar
D
6 tot 12 jaar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ontwikkelfase van een ouder schoolkind is:
A
12 tot 14 jaar
B
10 tot 14 jaar
C
12 tot 16 jaar
D
10 tot 12 jaar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkelingsgebieden
  1. Cognitieve ontwikkeling;
  2. Sensomotorische ontwikkeling;
  3. Sociaal-emotionele ontwikkeling;
  4. Creatief-expressieve ontwikkeling;
  5. Taalontwikkeling. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke ontwikkeling zou je de volgende activiteit plaatsen?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
Memory leren spelen.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke ontwikkeling zou je de volgende activiteit plaatsen?
Er zijn meerdere antwoorden goed.
Leren verven en tekenen.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht:
Wat: De klas wordt in 5 groepjes verdeeld. Iedere groep krijgt een ontwikkelgebied.
Elke groep maakt een mindmap met zoveel mogelijk voorbeelden en manieren om het ontwikkelgebied te stimuleren. Benoem een voorbeeld bij minimaal 3 doelgroepen. 
Elk groepje laat het mindmap zien aan de klas. 

Tijd: 10 minuten

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik lesdoelen
  1. De student kan aan het einde van de les drie verschillende manieren van ontwikkelen uitleggen;
  2.  De student kan aan het einde van de les de ontwikkelfase van een baby, peuter, kleuter, jonger en ouder schoolkind benoemen;
  3. De student heeft aan het einde van de les, door middel van een mindmap, uit kunnen leggen wat de ontwikkelgebieden inhouden.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions