Kennen en Kunnen H1 . Wat is maatschappijleer?

Kennen en Kunnen H1. 
"Wat is maatschappijleer"
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kennen en Kunnen H1. 
"Wat is maatschappijleer"

Slide 1 - Diapositive

1. Leg uit wie er bij jou sociale omgeving hoort.
  • Familie
  • Vrienden
  • hobby kennissen
  • Klasgenoten
  • Dorpsgenoten enz.

Slide 2 - Diapositive

2. Leg uit waarom je andere mensen nodig hebt en je kan een hierbij voorbeeld noemen.
Je hebt andere mensen op veel verschillende manieren nog. 
  • Ouders voor onderdak en eten
  • winkels om spullen te kopen
  • De overheid om de regels en wetten te handhaven....

Slide 3 - Diapositive

3. Leg het verschil tussen gedragsregels en wetsregels.
  • Gedrag:  (ongeschreven) regels die we in onze maatschappij als normaal beschouwen
  • Wetten zijn vastgelegd en zijn regels die je verplicht bent te volgen. Indien je die niet volgt: Boetes, straf etc,

Slide 4 - Diapositive

4. Leg uit waarom we regels nodig hebben.
  • We zijn afhankelijk van elkaar, daarom: 
  • regels zijn nodig om de maatschappij leefbaar, sociaal en  het leven prettig voor iedereen te houden
  • Bij gebrek aan regels kan ruzie / oorlog ontstaan.
    Men wil weten waar men aan toe is

Slide 5 - Diapositive

5. Noem 3 dingen die je bij maatschappijleer leert. 
  • Hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit;
  • Hoe de politiek problemen probeert op te lossen;
  • Het vormen van meningen en het naar voren brengen  daarvan door argumenten en feiten te benoemen

Slide 6 - Diapositive

6. Leg de vier bindingen uit en noem bij iedere binding een voorbeeld.
Economische Binding:
  • Werkgever --> salaris, 
  • Ouders--> Zakgeld, eten, kleding
  • Overheid  ---> uitkering, belasting

Slide 7 - Diapositive

6. Leg de vier bindingen uit en noem bij iedere binding een voorbeeld.
Kennisbinding:
  • Ouders
  • Docenten
  • Vloggers
  • Schrijvers

Slide 8 - Diapositive

6. Leg de vier bindingen uit en noem bij iedere binding een voorbeeld.
Gevoelsbinding:
  • Emotioneel verbonden met vrienden, familie en geliefden.
  • Kan dus ook druk opleveren (scheiding)

Slide 9 - Diapositive

6. Leg de vier bindingen uit en noem bij iedere binding een voorbeeld.
Politieke Binding
  • Politiek regelt zaken die je onmogelijk zelf kunt regelen zoals onderwijs, verkeersveiligheid  gezondheidszorg enz.
  • Daarnaast bijv. Veiligheid. 
  • Binding: Jij kiest de politici

Slide 10 - Diapositive

7. Leg het begrip sociale cohesie uit.
  • Als bindingen tussen mensen sterk zijn en mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen 

Slide 11 - Diapositive

8. Leg uit wat waarden en normen zijn en hierbij een voorbeeld noemen. 
  • Waarden:  iets wat belangrijk voor je is en wat je meestal in 1 woord kunt benoemen: 
  • Normen: Regels die bij de waarden horen.
  • Voorbeeld: Waarde: Gezondheid
    Norm: Sporten, gezond eten, niet roken

Slide 12 - Diapositive

9. Leg de begrippen belangen en belangentegenstelling uitleggen en gebruik hierbij een voorbeeld.
  • Belang: Voordeel wat je ergens bij hebt
  • Belangentegenstelling: Het belang van de een botst met het belang van iemand anders
  • Voorbeeld

Slide 13 - Diapositive

9. Leg de begrippen belangen en belangentegenstelling uitleggen en gebruik hierbij een voorbeeld.
  • Voorbeeld: De een wil graag dat  vliegen zo goedkoop mogelijk wordt gemaakt, want dan kun je vaak vliegen
  • De ander wil dat vliegen zo duur mogelijk wordt gemaakt, want slecht voor het milieu

Slide 14 - Diapositive

10. Leg uit wie er macht hebben binnen onze samenleving en kan hierbij minimaal 3 verschillende voorbeelden van machtsmiddelen noemen.
  1.  Je ouders over jou
  2.  De overheid over alle mensen, door de wetten en regels die zijn uitgeven
  3.  De groep waar jij lid van bent, bijvoorbeeld vrienden (groepsdruk)


Slide 15 - Diapositive

Voorbeelden machtsmiddelen (middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt aanpassen):
  • Functie  of beroep
  • Kennis , vaardigheden
  • Aanzien , status,'
  • Overtuigingskracht
  • Hoeveelheid geld dat je hebt
  • Geweld


Slide 16 - Diapositive

12. Noem de vier kenmerken van een maatschappelijk probleem
  • Probleem waar veel mensen last van hebben
  • Er zijn verschillende meningen over
  • Het probleem krijgt veel aandacht in de media
  • De overheid bemoeit zich met het oplossen van het probleem

Slide 17 - Diapositive

13. Leg uit waarom het klimaatprobleem een maatschappelijk probleem is en aan welke 4 kenmerken van het maatschappelijk probleem voldoet.
  1. klimaatprobleem raakt iedereen op deze wereld. 
  2. Sommige mensen vinden het onzin, anderen het grootste probleem op aarde
  3. Dagelijks lees je in de krant en hoor je op radio en tv over dit probleem
  4. Wereldwijd proberen overheden met elkaar afspraken te maken het probleem te beheersen

Slide 18 - Diapositive

14. Kan het verschil uitleggen tussen een maatschappelijk en een persoonlijk probleem. 
  • Maatschappelijk probleem: Probleem dat veel mensen raakt (Klimaat)
  • Persoonlijk probleem. Probleem alleen voor jou of kleine groep (Verkering uit)

Slide 19 - Diapositive

15. Kan uitleggen wat je nodig hebt op een goede mening te vormen (3 kenmerken) 
  • Goede argumenten aandragen
  • Je moet de feiten kennen
  • Het vraagstuk van verschillende kanten bekijken

Slide 20 - Diapositive

Wat is een Dilemma
  • Lastige keus tussen twee zaken die allebei voordelen en/of nadelen kunnen hebben.
  • Voorbeeld: Vandaag groot feest, Morgen zwaar tentamen.
  • Feest is leuk, maar dan kun je niet leren voor het zware tentamen, waar je dan misschien onvoldoende voor krijgt.

Slide 21 - Diapositive