week 2 les 2
Welk woord zoek ik?
1 / 20
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Welk woord zoek ik?
Slide 1 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 2 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 3 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 4 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 5 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 6 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 7 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 8 - Question ouverte
ontleedde jij?
t.t................jij?
t.t................jij?
Slide 9 - Question ouverte
het gebeurde
t.t het............
t.t het............
Slide 10 - Question ouverte
Frank beïnvloedde
t.t. Frank...........
t.t. Frank...........
Slide 11 - Question ouverte
vond je broer?
t.t................je broer?
t.t................je broer?
Slide 12 - Question ouverte
houden
t.t. Bart.............niet van tennissen.
t.t. Bart.............niet van tennissen.
Slide 13 - Question ouverte
verminderen
Als de voorraad .............., verkleint men de porties.
Als de voorraad .............., verkleint men de porties.
Slide 14 - Question ouverte
hebben
v.t. Ik...........geen cent op zak vorige week.
v.t. Ik...........geen cent op zak vorige week.
Slide 15 - Question ouverte
hoeden
v.t. Soms...........hij de schapen.
v.t. Soms...........hij de schapen.
Slide 16 - Question ouverte
betalen
Wie heeft deze consumpties..........
Wie heeft deze consumpties..........
Slide 17 - Question ouverte
beloven
Wat heb jij vorige week.........
Wat heb jij vorige week.........
Slide 18 - Question ouverte
haten
De.............meester.
De.............meester.
Slide 19 - Question ouverte
bedonderen
De..............winkelier.
De..............winkelier.
