week 49

Les devoirs
HW controle: Ch1: alles is af t/m Bloc D

Faire (maken): Bloc D ex 17 t/m ex 19 (online of WB) 
Staat de opdracht er online niet bij, dan maak je hem in het WB!
Apprendre (leren): herhaal voc A+B + Bloc D (alles!)

Oefen met slim stampen en verbuga

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les devoirs
HW controle: Ch1: alles is af t/m Bloc D

Faire (maken): Bloc D ex 17 t/m ex 19 (online of WB) 
Staat de opdracht er online niet bij, dan maak je hem in het WB!
Apprendre (leren): herhaal voc A+B + Bloc D (alles!)

Oefen met slim stampen en verbuga

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen (Buts)
Herhaling: overhoren vocabulaire A+B (woorden/zinnen)
Je kunt vocabulaire A+B vertalen in het F-N/ N-F
Bloc D: passé composé 
Je kunt de passé composé gebruiken

Nieuw: Bloc E
je kunt de belangrijkste info uit een film begrijpen
je kent nationaliteiten en talen

Slide 2 - Diapositive

Le test
Overhoren HW vocabulaire A/B
herhaling Bloc D

Slide 3 - Diapositive

il fait mauvais
A
het is koud
B
het is slecht weer

Slide 4 - Quiz

Vertaal: Oui, c'était super!

Slide 5 - Carte mentale

le garçon
A
de vriend
B
de vriendin
C
het meisje
D
de jongen

Slide 6 - Quiz

le soleil
A
de maan
B
de regen
C
de zon
D
de ster

Slide 7 - Quiz

difficile

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal: Elle est au Canada.

Slide 9 - Carte mentale

Wat betekent passé composé?

Slide 10 - Carte mentale

Marc regardé.
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

FOUT!
Marc a regardé

Slide 12 - Diapositive

Welke is juist?
Wij hebben gegeten =
A
Nous avez mangé
B
Nous avons mangé

Slide 13 - Quiz

Je _________ (danser) à la disco
A
ai dansé
B
a dansé
C
avez danser
D
ont dansé

Slide 14 - Quiz

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
as voyagé
ont voyagé
ai voyagé
avez voyagé
a voyagé
avons voyagé

Slide 15 - Question de remorquage

Onregelmatige vormen
Enkele werkwoorden hebben een onregelmatige passé composé. Onregelmatige werkwoorden zijn bijvoorbeeld:

AVOIR                           ik heb gehad
FAIRE                           ik heb gedaan/ gemaakt
ÊTRE                            ik ben geweest

Slide 16 - Diapositive

Het wordt dus...
AVOIR ik heb gehad j’ai eu
FAIRE ik heb gedaan j’ai fait
ÊTRE ik ben geweest j’ai été

Let op! In het NL zeg je: ik ben geweest
In het Frans zeggen ze: ik heb geweest
Je suis été = FOUT! 

Slide 17 - Diapositive

En NIET!
AVOIRÉ

FAIRÉ

ÊTRÉ

Slide 18 - Diapositive


Tu as eu un cadeau?
A
Heb jij een cadeau gehad?
B
Heb ik een cadeau gehad?
C
Heeft hij een cadeau gehad?
D
Hebben zij een cadeau gehad?

Slide 19 - Quiz

Vous avez fait =
A
Jullie hebben gehad
B
Jullie hebben gedaan
C
Jullie hebben gemaakt
D
Jullie zijn geweest

Slide 20 - Quiz

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Regarder: Bloc E
je kunt de belangrijkste info uit een film begrijpen
je kent nationaliteiten en talen


Slide 22 - Diapositive

Au travail! Aan het werk!
Heb je in je WB gewerkt, kijk je HW na!
Faire (maken): Bloc E ex 20 t/m 22
Apprendre (leren): SO: herhaal voc A+B (woorden/zinnen) Bloc D
Ben je klaar? SO voorbereiden!
Oefen met schrijven/ slim stampen/ quizlet en verbuga
Volgende week:  SO CH1 ABCD

Slide 23 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd? Schrijf het op in het FA en NL

Slide 24 - Carte mentale

Les devoirs
SO CH1 ABCD 
Leerstof: 
vocabulaire A+B WB p50
Bloc C WBp52
Bloc D: passé composé WB p53

Oefen met schrijven/ slim stampen/ quizlet en verbuga


Slide 25 - Diapositive