2.4

Welcome ! 

English 
Ms. van den Bos 
Bose@corderius.nl
Please take out your:
Student’s book
Laptop 
Writing tools

Bag in the front, phone in your bag

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome ! 

English 
Ms. van den Bos 
Bose@corderius.nl
Please take out your:
Student’s book
Laptop 
Writing tools

Bag in the front, phone in your bag

Slide 1 - Diapositive

What are we going to do?
2.4 Countable and uncountable
MEL
Quizlet

Lesson goal: I can find specific detail in a blog entry and talk about preparing food

Slide 2 - Diapositive

Reading
Page 26

Slide 3 - Diapositive

Telbaar en ontelbaar
Telbaar: 3 honden (3 dogs), 3 huizen (3 houses)
Ontelbaar: 3 gelden (3 moneys), 3 melken (3 milks)

 




Zijn deze woorden telbaar of ontelbaar?
Biscuits, celery, oil, crisps, ketchup, eggs, onions, cheese

Slide 4 - Diapositive

Much or Many
Countable (telbaar)

Uncountable (ontelbaar)

We gebruiken Many

 
Many friends, phones, biscuits
How many friends are coming?

We gebruiken Much 


Uncountable
Much time, money, milk, cheese
How much milk is there?

Slide 5 - Diapositive

Some and any
De onbepaalde voornaamwoorden some en any gebruik je om iets aan te geven, maar minder specifiek dan het noemen van een hoeveelheid. Zo kun je bijvoorbeeld een specifieke hoeveelheid noemen:
- They need to eat two sandwiches and three bananas.
- They need to a lot of sandwiches and bananas.
- They need to eat (a) few sandwiches and bananas.

Maar je kunt ook some of any gebruiken (minder specifiek):
- They need to eat some sandwiches and bananas.
- They don't need to eat any cucumbers.
Some en any betekenen hetzelfde: een aantal, een beetje, enkele of wat. Maar wanneer gebruik je some en wanneer gebruik je any?
- Bij een bevestigende / neutrale zin gebruik je some: I have some cookies = Ik heb wat / een paar koekjes.
- Bij een ontkennende / negatieve zin gebruik je any: I don't have any cookies = Ik heb geen koekjes.
- Bij een vragende zin gebruik je any: Do you have any cookies left? = Heb je wat koekjes over?

Slide 6 - Diapositive

Some and any
De regel is dus als volgt: some is voor bevestigende (+) zinnen  & any is voor ontkennende (x) en vragende (?) zinnen
Some
Any
Bevestigende/positieve zinnen
Wanneer je iets aanbiedt: 

Would you like some water?
There are some apples in the fridge
I’m going to invite some friends
There are some drinks
There are some chips
There is some cheese
Do you want some cheese?
Negatieve en vraagzinnen


She doesn't have any cookies
Do you have any money left?
I don’t have any friends
There aren't any noodles
There isn't any pasta
Are there any forks?
Is there any Cola? 

Slide 7 - Diapositive

Exercises
page 24: ex 5
page 26: ex 5

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive