7.2 dl2 + 7.3 Samenleven + 7.4 Relaties

H7 Soorten en populaties
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H7 Soorten en populaties

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les:
- 7.2 dl2: leerdoelen 6 en 7
- Opdrachten
- 7.3 + 7.4: leerdoelen 8 t/m 11

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 7.2
4. Je vergelijkt de begrippen populatiegrootte en populatiedichtheid.
5. Je legt verband tussen de draagkracht van een gebied en de populatiegrootte.
6. Je verklaart de invloed van monoculturen en biologische landbouw op de biodiversiteit en populatiegrootte in een gebied.
7. Je beschrijft geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij planten.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leesopdracht

Lees blz. .. "Populaties in landbouw" en beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is een monocultuur? Wat zijn de voor- en nadelen van een monocultuur?
2. Wat is het gevolg van bemesting voor de biodiversiteit in de omgeving van een akker?
3. Wat is biologische landbouw?

timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Monocultuur 
Als er op een akker maar 1 soort gewas wordt verbouwd 
(allemaal planten van dezelfde soort, of zelfs allemaal klonen) 

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de voordelen van een monocultuur?
  • Productie is efficiënt 
  • Precisielandbouw mogelijk --> satelietbeelden laten die plekke zien waar water sproeien nodig is.
Nadelen?
  • Schadelijke organismen vinden er gemakkelijk voedsel en planten zich snel voort. --> maakt chemische bestrijding noodzakelijk
  • Andere plantensoorten weinig ruimte om zich te ontwikkelen.
  • Bepaalde soorten planten groeien daardoor snel en concerten andere soorten weg, of gaan dood door het overschrijden van tolerantiegrenzen. --> verdwijnen ook dieren die van die planten leven. 
Monocultuur 
Voordeel: makkelijk te verbouwen, lage kosten
Nadelen: 
1) Nauwelijks tot geen variatie, tolerantiegebied is exact hetzelfde, dus wanneer abiotische factoren voorbij de toleratiegrenzen komen zijn alle planten dood.
2) Plaagorganismen (bijv. Insecten) hebben een zee van hun favoriete voedsel en kunnen heel snel in aantal toenemen → Chemische bestrijding noodzakelijk 

Gebruik bestrijdingsmiddel?
Invloed biodiversiteit?
Plagen?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische landbouw
  • Geen monoculturen
  • Vruchtwisseling
  • Geen kunstmest
  • Geen preventieve diergeneesmiddelen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exoten
Organismen die zich hebben gevestigd in een land waar ze oorspronkelijk niet vandaan komen 

  • Direct of indirect ingevoerd door de mens
  • Kunnen zich onafhankelijk voortplanten!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1: alle abiotische factoren in een bepaald heidegebied.
2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de plantengroei.
3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen.
4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren.

Welke bewering gaat over een ecosysteem?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor kon de Halsbandparkiet in Nederland een plaag worden?
A
Enkel door een overmaat aan voedsel
B
Enkel door weinig predatoren in het gebied
C
Doordat ze maar een deel van het jaar in NL verblijven
D
Door zowel een overmaat aan voedsel als een geringe aantal predatoren in het gebied

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De aardappels in één veld zijn vaak een kloon. Welke uitspraak is dan waar?
A
Ze hebben allemaal ander DNA
B
Ze hebben allemaal exact hetzelfde uiterlijk
C
Ze zijn allemaal even vatbaar voor ziektes

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

a. Wat is een monocultuur?
b. Noem drie nadelen van een monocultuur.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een nadeel van chemische bestrijding?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een voorbeeld van biologische landbouw

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
- Maken 7.2 opdrachten bij leerdoelen 6 + 7
- HW controle 7.1 en 7.2 leerdoelen 4 + 5

Klaar? Lezen en maken 7.3
timer
15:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 7.3 en 7.4
8. Je herkent vormen van symbiose.
9. Je legt het verschil uit tussen habitat en ecosysteem. 
10. Je herkent verschillende relaties tussen organismen. 
11. Je legt uit hoe dynamische evenwichten ontstaan en beredeneert het effect van verstoringen op dit evenwicht.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor een relatie hebben anemonen en clownvissen?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose
Langdurige relaties tussen organismen van verschillende soorten

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mutualisme
''Vorm van symbiose waar beide soorten voordeel hebben''

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Commensalisme
''Vorm van symbiose waar de ene soort een voordeel heeft en de andere soort geen nadeel of voordeel''

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parasitisme
''Vorm van symbiose waar ene soort voordeel en andere soort nadeel heeft''

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parasitaire planten

Witte stengel, geen bladeren!


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Competitie/ concurrentie
''Tussen de individuen van een populatie vindt competitie plaats om hulpbronnen uit de natuur als voedsel, licht, nestgelegenheid, water, enz''

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Predatie
''Predatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, (meestal een dier) van een ander dier, het prooidier.''

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
predator-prooi
B
mutualisme
C
commensalisme
D
parasitisme

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De larve van de nachtvlinder heeft een groot aantal bacteriën in zijn verteringskanaal. Deze bacteriën spelen een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel van de larven
Met welke biologische term wordt de relatie tussen de larve en de bacteriën aangeduid?
A
Mutualisme
B
Commensalisme
C
Parasitisme

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 7.3 en 7.4
8. Je herkent vormen van symbiose.
9. Je legt het verschil uit tussen habitat en ecosysteem. 
10. Je herkent verschillende relaties tussen organismen. 
11. Je legt uit hoe dynamische evenwichten ontstaan en beredeneert het effect van verstoringen op dit evenwicht.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Habitat
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Systeem Aarde
een begrensd gebied waarin organismen met elkaar en met de levenloze natuur relaties hebben
systeem bestaande uit alle ecosystemen: de fysische, chemische en biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties
leefomgeving van plant en dier, met de specifieke biotische en abiotische eisen van een soort
alle organismen (die onderlinge (voedsel-) relaties hebben) in een bepaald gebied

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een predator-prooi evenwichtsdiagram is de piek van de predatordichtheid in de tijd altijd later dan de piek van de prooidichtheid.
Leg dit uit.

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Examenvraag
timer
2:00

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Examenvraag

Antwoord: D

want, 
- piek predator na piek prooi
- aantallen predator lager 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Maken 7.3 en 7.4 opdrachten bij leerdoelen 8 t/m 11

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions